FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75  
76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   >>  
j hem ontmoeten in het spel, wankelt hij onder het gewicht van een last ondragelijk voor iemand van zijn gemoedsaard. De dooden zijn gewapend en wel uit het graf gekomen om hem een zending op te leggen, die tegelijk te groot en te min voor hem is. Hij is een droomer en hij wordt opgeroepen om te handelen. Hij heeft den aanleg van den dichter, en men vraagt hem het op te nemen met de alledaagsche verwikkeldheid van oorzaak en gevolg, met het leven in zijn praktische toepassing, waarvan hij niets afweet, en niet met het leven in zijn ideeele wezenheid, dat hem zoo welbekend is. Hij heeft geen flauw begrip van wat hij doen moet, en zijn krankzinnigheid is het veinzen van krankzinnigheid. Brutus gebruikte den waanzin als een mantel om het zwaard van zijn bedoelingen, den dolk van zijn streven te verbergen, maar bij Hamlet is de waanzin slechts een masker waarachter zich zwakheid verschuilt. In gril en kortswijl ziet hij een kans tot uitstel. Aldoor speelt hij met de daad zooals een kunstenaar zijn spel drijft met een levensbeschouwing. Hij wordt de bespieder zijner eigen handelingen, en terwijl hij luistert naar zijn eigen woorden, weet hij dat het slechts "woorden, woorden, en nog eens woorden" zijn. In stee te beproeven de held van zijn eigen geschiedenis te zijn, tracht hij de toeschouwer van zijn ondergang te wezen. Hij gelooft in niets, zichzelf meegerekend, en toch baat zijn twijfel hem niet, daar deze niet voortkomt uit bewuste twijfelzucht, maar uit een verdeelden wil. Van dit alles worden Guildenstern en Rosencrantz niets gewaar. Zij buigen en meesmuilen en glimlachen, en wat de een zegt, herhaalt de ander als een ziekelijke echo. Wanneer ten slotte, door middel van de marionettenvertooning van het tooneelspel in het tooneelspel, Hamlet 's konings "geweten betrapt", en den rampzaligen schelm in angst en beven van zijn troon jaagt, zien Guildenstern en Rosencrantz in zijn gedraging niet meer dan een vrij pijnlijke inbreuk op de hofetikette. Zoo ver kunnen zij het brengen in "het gadeslaan van des levens schouwspel met geeigende ontroeringen". Zij branden zich aan Hamlets geheim en weten er niets van. Ook zou het niet baten hen in te lichten. Zij zijn de kleine bekers die een zekere hoeveelheid kunnen inhouden en niet meer. Tegen het eind van het stuk wordt er op gezinspeeld dat zij, gevangen in een listigen val die voor een ander gezet was, een gewelddadigen en plotselingen dood hebben gevonden of mogelijk zullen
PREV.   NEXT  
|<   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75  
76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   >>  



Top keywords:
woorden
 

krankzinnigheid

 

kunnen

 
Hamlet
 

Rosencrantz

 

Guildenstern

 
tooneelspel
 

slechts

 

waanzin

 
slotte

Wanneer

 

herhaalt

 

listigen

 
ziekelijke
 
middel
 

marionettenvertooning

 

rampzaligen

 

schelm

 
betrapt
 

konings


geweten

 

twijfelzucht

 

verdeelden

 

bewuste

 

voortkomt

 

twijfel

 

mogelijk

 

buigen

 

meesmuilen

 

glimlachen


zullen

 

gewaar

 
worden
 

gevangen

 

hoeveelheid

 
schouwspel
 

gevonden

 

geeigende

 

ontroeringen

 

levens


gadeslaan

 

branden

 
plotselingen
 

hebben

 

Hamlets

 
geheim
 

brengen

 
lichten
 
gedraging
 
zekere