e drie bedoelde kinderen. Zij waren juist gevonnist en stonden
in de groote hal op een rij in hun gevangeniskleeren met hun
beddelakens onder hun arm op het punt om weggebracht te worden naar de
voor hen bestemde cellen. Op dat oogenblik kwam ik door een der
zijgangen op weg naar de ontvangkamer om daar een onderhoud met een
vriend te hebben. Het waren heel kleine kinderen, de jongste--aan wien
de gevangenbewaarder de koekjes gafwas een tenger kereltje waarvoor
men klaarblijkelijk geen kleeren had kunnen vinden klein genoeg om te
passen. Ik had natuurlijk veel kinderen in de gevangenis gezien in de
twee jaar dat ik zelf opgesloten was. Vooral de gevangenis te
Wandsworth bevatte steeds een groot aantal kinderen. Maar het kind dat
ik in den namiddag van Maandag 17 dezer te Reading zag, was kleiner en
tengerder dan een van hen. Ik behoef U niet te zeggen hoezeer ontdaan
ik was over het zien dezer kinderen daar; want ik wist welke
behandeling hen wachtte. De wreedheid waarmede dag en nacht kinderen
in Engelsche gevangenissen worden behandeld, is ongeloofelijk behalve
voor hen die haar hebben bijgewoond en de onmenschelijkheid van het
stelsel beseffen.
De menschen van tegenwoordig begrijpen niet wat wreedheid is. Zij
beschouwen haar als een soort schrikkelijken middeleeuwschen
hartstocht, en denken haar verbonden met mannen als Eccelino da Romano
en zijnsgelijken, wien het doordacht pijnigen van anderen een feilen
roes van genot gaf. Maar menschen van het allooi van Eccelino zijn
enkel abnormale typen van een verdorven individualisme. De
alledaagsche wreedheid is eenvoudig stompzinnigheid. Het is volslagen
gebrek aan verbeelding. Zij is in onze dagen het gevolg van
vastgelegde stelselen, van hartvochtig-onwrikbare regelen, en van
stompzinnigheid. Overal waar centralisatie is, is stompzinnigheid.
Het onmenschelijke in het moderne leven is de ambtelijkheid. Gezag is
even afbrekend voor hen die het uitoefenen, als voor hen over wie het
wordt uitgeoefend. Van het gevangenisbestuur en van het stelsel dat
het toepast, gaat in de eerste plaats de wreedheid uit, waarmee een
kind in de gevangenis behandeld wordt. De menschen die het stelsel
handhaven, hebben uitmuntende bedoelingen. Zij die het toepassen zijn
eveneens menschlievend in bedoeling. De verantwoordelijkheid wordt
geschoven op de verordeningen van tucht. Men gaat van de
veronderstelling uit dat een ding dat eenmaal voorschrift is, daarom
rechtvaardig is.
De huidige be
|