zien heb. Mijn lippen bogen zich naar de hare, wij kusten elkaar.
Ik kan je niet zeggen, wat ik op dat moment voelde. Het was mij of
mijn geheele leven zich concentreerde in die eene stip van rooskleurig
geluk. Zij beefde en trilde als een witte narcis. Toen gooide zij zich
op de knieen en kuste mijn handen. O! ik voel, dat ik je dit alles
niet zoo moest vertellen, maar ik kan niet anders. Ons engagement is
vooreerst natuurlijk nog een diep geheim. Ze heeft er zelfs haar
moeder niets van verteld. Ik ben benieuwd wat mijn voogden er van
zullen zeggen. Lord Radley zal natuurlijk razend zijn. Het kan mij
niets schelen. Ik word dit jaar nog meerderjarig en dan kan ik doen
wat ik wil. Heb ik geen gelijk gehad, Basil, mijn liefde te putten uit
de poezie en mijne vrouw te vinden in Shakespeare's drama's! Rosalind
sloeg haar armen om mij heen en Juliet kuste ik op den mond.
--Ja Dorian, ik geloof, dat je goed deed! antwoordde Hallward
langzaam.
--Heb je haar van daag nog gezien? vroeg Lord Henry.
Dorian Gray schudde het hoofd.
--Ik nam afscheid van haar in het bosch van Arden en ik zal haar terug
vinden in de tuinen van Verona.
Lord Henry dronk peinzend van zijne champagne.
--Bij welk gewichtig moment heb jij het eerst van een huwelijk
gesproken, Dorian? En wat antwoordde zij daarop? Of ben je alles weer
vergeten?
--Maar Harry, het is geen handelszaak en ik heb haar ook niet in
optima forma gevraagd. Ik zei haar, dat ik haar liefhad, en zij
antwoordde, dat zij niet goed genoeg was om mijn vrouw te zijn. Niet
goed genoeg! De heele wereld is _niets_ voor mij bij haar vergeleken.
--Vrouwen zijn toch verbazend practisch, murmelde Lord Henry; veel
meer dan wij. Bij zulke gelegenheden vergeten wij meestal te spreken
van een huwelijk maar zij herinneren het ons altijd vast.
Hallward legde hem de hand op den arm.
--Spreek zoo niet, Harry. Je doet Dorian verdriet. Hij is niet als
andere mannen. Hij zou niemand ooit ongelukkig maken. Daar is hij te
goed voor.
Lord Henry zag over de tafel heen.
--Ik doe Dorian geen verdriet, antwoordde hij. Ik vroeg en de eenige
reden, die ik als excuus kan aanvoeren was: dat ik vroeg uit
nieuwsgierigheid. Het is mijn theorie, dat het de vrouwen zijn, die
ons mannen vragen, maar wij nooit de vrouwen. Behalve bij den
burgerstand natuurlijk. Maar de burgerstand is ook niet modern.
Dorian Gray lachte en schudde het hoofd.
--Je bent onverbeterlijk Harry, maar het kan mij niet s
|