od. Graswinkel reeds bezig het
handschrift gereed te maken voor den druk. De drukker maakte met het
werk grooten spoed. Op de Paaschmarkt te Francfort in 1625 werd het boek
te koop aangeboden.
Peiresc had Grotius aangezet tot het schrijven van dit werk. Waarom hij
aan diens aansporing gevolg gaf, verklaart hij zelf in zijn
prologommena.
Daarin zegt hij n.l. waarom hij, die "onverdiend gebannen uit zijn land
zich nog verdienstelijk wil maken voor de rechtswetenschap" [32], zijn
"drie boeken van 't recht des Oorloghs en Vredes" gaat schrijven.
Velen, zoo zegt hij, hebben behandeld het burgerlijk of romeinsche
recht; het recht, dat elk land eigen is, doch slechts weinigen het
recht, dat bestaat tusschen de volken onderling of hunne hoofden [33] en
dat zijn grond vindt in de natuur zelf of in Gods Wet, of wel ontstaan
is door gebruiken en stilzwijgende overeenkomsten. Nog niemand heeft dit
recht in zijn geheel en methodisch behandeld, en toch, de menschheid
heeft er belang bij. (prol. 1.) [34]
Cicero noemde deze wetenschap een verhevene; voor Euripides staat zij
boven de kennis der goddelijke en menschelijke dingen. (prol. 2.) De
menschheid heeft er belang bij, omdat er ook nu nog, zoowel als vroeger,
personen gevonden worden, die het bestaan van dit recht ontkennen
(prol. 3.) Men zegt, dat een volk of vorst kan en mag doen al wat in
zijn voordeel is. En deze theorie past men maar al te vaak toe in de
praktijk.
Ik zag in de Christenheid een ongebonden vrijheid van oorlogen, waarvoor
de Barbaarsche volken zich zelfs zouden schamen; dat men om geringe, ja
zelfs zonder redenen naar de wapenen greep.
Had men eenmaal den strijd aangevangen, men bekommerde zich noch om
goddelijk noch om menschelijk recht, "gantschelich als oft door een
Placcaet de rasende dolligheydt ware uytghelaten tot allerhande
schelmstukken". [35]
Wij behoeven hier niets bij te voegen. Is het volkenrecht reeds op zich
zelf een onderwerp, dat het der moeite waard is te bestudeeren; het was
der moeite dubbel waard zulks te doen in dagen van geweld en
rechtsverkrachting.
Er is vaak over getwist, of Grotius al dan niet het plan had uitsluitend
te schrijven over het recht van oorlog en vrede, de kern van het
volkenrecht. [36]
Daar zijn boek feitelijk een volledige verhandeling was over het
natuurrecht, vond de meening grond, dat de titel: "De Jure Belli ac
Pacis" slechts een slimme zet was. Velen, door den naam verlokt, zouden
met belangstel
|