FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47  
48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   >>   >|  
rengen, Hem moeten gehoorzamen. Wij zijn hiertoe nog te meer verplicht, wijl God oneindig goed is jegens den mensch, dien Hij met weldaden heeft overladen, en wijl Hij oppermachtig is. Rijkelijk beloont hij degenen, die doen, wat Hij voorschrijft en zwaar zal de straf zijn voor hen, die Zijnen wil niet volbrengen. (Prol. 11) De rede zegt dus den mensch, dat hij Hem onvoorwaardelijk gehoorzaamheid verschuldigd is. Behalve de voorschriften geworden door Gods wil in den loop der tijden, zou men goddelijk recht kunnen noemen, het recht, dat voortvloeit uit innerlijke beginselen van den mensch, het sociale recht en het jus naturae laxius, want God heeft gewild, dat zoodanige beginselen in ons waren. (Prol. 12.) Verder heeft Hij door Zijn wet die beginselen ook duidelijk gemaakt voor hen, die met minder gaven zijn bedeeld. (Prol. 13.) [59] De gewijde geschiedenis daarenboven, behalve dat zij Gods wet openbaart, wekt ons niet weinig op tot welwillendheid jegens den naaste, tot een socialiteitszin. Zij doet dit door ons te leeren, dat wij allen van een menschenpaar afstammen en dat er, gelijk Florentinus zegt, (Prol. 14) een verwantschap bestaat tusschen allen. +2 deg. Het bestaan eener menschelijke rechtsorde (burgerlijk en volkenrecht).+ Behalve de voorschriften van het natuurrecht en het goddelijk recht, kunnen er bepalingen zijn omtrent de verhoudingen der menschen onderling, ontstaan door stilzwijgende overeenkomsten of gebruiken. Het is eene natuurplicht, aangegane verbintenissen trouw na te komen. Hieruit vloeit het burgerlijke recht voort. (Prol. 15.) Want, zoo zegt de Groot, men moet veronderstellen, dat zij, die zich hebben aangesloten bij eene menschengroep, of zich onderworpen hadden aan eenen of aan meerderen, uitdrukkelijk of stilzwijgend hebben beloofd, te doen, wat de meerderheid der groep of zij, aan wien het regeeringsbeleid was opgedragen, zouden vaststellen. [60] Ook het door de burgerlijke overheid bepaalde, ontleent derhalve zijn rechtskracht niet aan het nuttig zijn der bepalingen, maar aan de verplichting van gehoorzaamheid, voortvloeiende uit de "consociatio" of de onderwerping. Het vindt alzoo zijne rechtskracht in het natuurrecht. De gelegenheidsoorzaak van het civiele recht is echter het belang; want die verzameling tot een gemeen leven of die onderwerping ontstond om het nut, daarin gelegen. [61] En van den anderen kant zij, die anderen de wet voorschrijven zijn gewoon iet
PREV.   NEXT  
|<   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47  
48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   >>   >|  



Top keywords:

beginselen

 

mensch

 

Behalve

 

rechtskracht

 
voorschriften
 

bepalingen

 

natuurrecht

 
gehoorzaamheid
 

burgerlijke

 
hebben

kunnen

 

goddelijk

 
anderen
 

jegens

 

onderwerping

 
vloeit
 

gelegen

 
aangesloten
 

daarin

 

veronderstellen


Hieruit

 

aangegane

 

onderling

 
ontstaan
 

stilzwijgende

 

gewoon

 

menschen

 

omtrent

 

verhoudingen

 

overeenkomsten


voorschrijven

 

verbintenissen

 

menschengroep

 

gebruiken

 

natuurplicht

 

meerderen

 
volkenrecht
 
bepaalde
 
ontleent
 

echter


overheid
 

verzameling

 

belang

 

derhalve

 

civiele

 

verplichting

 

voortvloeiende

 

nuttig

 

gelegenheidsoorzaak

 

gemeen