FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90  
91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   >>   >|  
en voortgebracht, die zijn, die werken, en voor een doel,--hun goed, hun volkomen zijn--werken. Weten wij, dat de dingen, wijl zij zijn, wijl zij actief zijn, en wijl zij werken voor hun volmaaktheid, Gods heerlijkheid afstralen; wij weten ook, dat die dingen, bepaalde dingen zijn, niet bepaalde uit hun wezen voortvloeiende werkkrachten, met een bepaald doel. Uit deze laatste waarheid volgt, dat God die en die bepaalde wezens voortbracht, wijl Hij zich dat of dat bepaald doel door de wezens te bewerken, voorstelde; en wel om reden de "causa finalis" ofschoon het laatst in de werkelijkheid bestaand, het eerste is in de ideeele orde. Iets bepaalds stelde God zich dus voor bij de schepping, ten eerste zijn eigen heerlijkheid te openbaren en mede te deelen aan zijn schepping: ten tweede stelde God zich voor, het bepaalde doel van elk schepsel in het bijzonder, en van de wereld in het algemeen. Het eerste verwezenlijkte God, Hij wilde zijn plan ten uitvoer brengen, en de schepselen en de wereld waren; het tweede verwezenlijkte God niet; de schepselen moesten zich zelf vervolmaken, het goede waarvoor God hen bestemde, moesten zij zelf bereiken. God wilde het aan ieder schepsel beantwoordende goed, in zoover dat schepsel zelf, het wilde. En om een oogenblik te blijven bij den mensch, men kan vragen: Waarvoor is hij? Het antwoord moet zijn, om Gods glorie te verkondigen, en wijl God dit wilde, doet hij het, n.l., door te kunnen werken aan zijn eigen volmaaktheid, zijn eigen geluk. Waarvoor bestaat mensch nog bovendien? Om te werken aan zijn volmaaktheid; dit is 's menschen eigen taak, waarvoor God hem krachten gaf. Zelf moeten de schepselen werken aan hun subjectieve eindbestemming, en door middel van deze aan het goed der heele schepping. Het berekend zijn der dingen, op hun goed en het goed van het geheel, is op zich zelf, naast hun "zijn" iets goeds in de schepselen; [163] en daar alle goed van God komt, komt ook deze regeling van God. Wijl God nu de wereld voortbracht, gelijk Hij ze begreep wijl Hij ze voortbracht door zijn verstand, was in God vooraf reeds de "ratio ordinis rerum in finem." Deze "ratio ordinis rerum in finem" in God, noemt St. Thomas de "providentia Dei." [164] Alles is aan Gods voorzienigheid onderworpen, en met Gods voorzienigheid, die over alles en allen gaat, is niet in strijd, dat in het bijzondere kwaad kan zijn en ooit is. Hij, die zorgt voor iets afzonderlijks, zorgt voor het goede van
PREV.   NEXT  
|<   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90  
91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   >>   >|  



Top keywords:

werken

 
dingen
 

schepselen

 

bepaalde

 

schepping

 

voortbracht

 
schepsel
 
eerste
 

volmaaktheid

 
wereld

stelde

 

waarvoor

 

verwezenlijkte

 

moesten

 

ordinis

 

tweede

 

bepaald

 

mensch

 
wezens
 

Waarvoor


voorzienigheid

 

heerlijkheid

 

menschen

 

bestaat

 
krachten
 

middel

 
subjectieve
 

bovendien

 

eindbestemming

 
moeten

berekend

 

geheel

 

onderworpen

 

providentia

 

afzonderlijks

 

bijzondere

 
strijd
 

Thomas

 

regeling

 

gelijk


begreep

 

vooraf

 

verstand

 

finalis

 
bewerken
 
voorstelde
 

ofschoon

 

laatst

 
bepaalds
 

ideeele