zij oneerlijk kunnen
doen en onrecht bedrijven, maar dat zij dan een eeuwigen rechter, wiens
macht geweldig is, te vreezen hadden.
In die poging is Grotius voor eenigen tijd geslaagd; het is
ontegenzeggelijk, dat hij een heilzamen invloed heeft uitgeoefend op de
toestanden dier dagen en zelfs later. De kunst des meesters lag hierin,
dat hij het oude in vele punten, in de meeste zelfs, kon bewaren met
nieuwe middelen, die in den geest des tijds waren, met nieuwe
beginselen.
"Of all works", zoo sprak Andrew D. White, bij de Grotius' plechtigheid
te Delft (4 Juli 1899) "not claiming divine inspiration, that book,
written by a man proscribed and hated both for his politics and his
religion had proved the greatest blessing to humanity. More than any
other it has prevented unmerited suffering, misery, and sorrow; more
than any other it has ennobled the military profession; more than any
other it has promoted the blessings of peace and diminished the horrors
of war. [271]
Il (Grotius) travaille noblement a faire descendre, au milieu de tant de
fougueux capitaines, la severe majeste du droit; zegt Ed. Descamps. [272]
Heeft Grotius' werk een zegenrijken invloed gehad op de politiek van het
Europa der 17de eeuw en misschien zelfs later, dit kan ons de oogen niet
doen sluiten voor de schaduwzijde van zijn werk. De tijdelijke
verbetering, die Grotius bracht, weegt niet op tegen de veel grootere
onheilen, de valsche leeringen, voor welke hij de baan opende, met zijn
naturalistische moraal en individualistische rechtsleer.
Met den natuurtoestand tot uitgangspunt te nemen van recht en
zedelijkheid leidde Grotius de moraal en de rechtswetenschappen in een
zeer verkeerd spoor. Hobbes, Spinoza, Puffendorf, Cumberland, Christiaan
de Wolf, om niet te spreken van J. J. Rousseau, even zooveel mannen van
naam, zijn Grotius in deze richting gevolgd.
Wat men met dat woord "natuurtoestand" bedoelde, moet nog even gezegd
worden. Puffendorf beschrijft hem ons. L'etat de nature est celui, ou
l'on concoit les hommes les uns par rapport aux autres, en tant qu'ils
n'ont ensemble d'autres relations que celle qui est fondee sur cette
liaison simple et universelle, qu'il y a entre eux par la ressemblance
de la nature, independamment de toute convention et de tout acte humain
qui les ait assujettis les uns aux autres d'une facon particuliere....
Ceux qui vivent dans l'etat de nature sont ceux, qui ne sont ni soumis a
l'empire l'un de l'autre
|