FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48  
49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   >>   >|  
s voor te schrijven, omdat het goed en ten bate is der onderdanen, ofwel zij moeten minstens dat doel beoogen met hunne wetten. Gelijk nu het burgerlijk recht ten voordeele is van een volk, zoo konden er rechten en plichten ontstaan "ex consensu" en zijn er werkelijk ontstaan, die het heil op het oog hebben der groote menschelijke societeit. [62] Dit positieve recht kan aangeduid worden met den naam volkenrecht. _III. De Sanctie van het recht_ Na de grondslagen van het recht te hebben aangewezen, komt de Groot nog eens terug op Carneades' beweren. In nog donkerder kleuren wordt diens leer geschilderd. Het recht is voor hem een dwangbuis, dat men aantrekt, en waarin men zich schikt, uit vrees voor erger, uit schrik voor hen, die machtiger zijn dan wij. Geene stelling, hoe ongerijmd ook, of zij bevat nog een kern van waarheid. Ook de Groot begreep dit, en daarom vraagt hij zich af, in hoeverre Carneades en Horatius wel gelijk konden hebben. Daarmede vindt hij tevens aanleiding te spreken over de sanctie van het recht. Dat wij alleen door vrees gedwongen het recht zouden naleven en onderhouden, is voor Grotius een groote dwaling. En ziehier waarom. De redelijke mensch, zoo zegt hij, onderhoudt de landswetten en het redelijke volk het volkenrecht, gedreven door welbegrepen eigenbelang. De burger begrijpt immers, dat hij, zoo hij de voorschriften der overheid niet opvolgt, zijn blijvend belang en dat van zijn nageslacht uit het oog verliest. Evenzoo moet elk volk inzien, dat het niet verder komt met het niet onderhouden van natuur-en volkenrecht, maar integendeel de grondslagen van zijn eigen rustig bestaan ondermijnt. Ik wil niet meer herhalen, zoo gaat hij verder, wat ik boven reeds gezegd heb, dat het geen dwaasheid zou zijn maar wijsheid, te leven volgens de rechtvaardigheid ook nog, zelfs dan wanneer wij er absoluut geen voordeel bij hadden; om reden dat het steeds wijsheid is te leven volgens onze natuur. [63] De stelling van Carneades is derhalve valsch als algemeene stelling; Niet ter wille van overmacht onderhoudt de redelijke mensch de wetten, doch uit welbegrepen eigenbelang of uit plicht. Maar kan men dan niet zeggen, dat het recht ooit de wil is van den sterktste? Ongetwijfeld ja; dan n.l. als het de instellingen of wetten geldt, die zijn gemaakt om het recht te doen eerbiedigen, zooals zijn de rechtbanken en de strafwetten. Hier kan men zeggen dat het recht de wil is van den sterkst
PREV.   NEXT  
|<   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48  
49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   >>   >|  



Top keywords:

Carneades

 

redelijke

 

hebben

 

volkenrecht

 
wetten
 

stelling

 

onderhouden

 
mensch
 

onderhoudt

 
grondslagen

eigenbelang

 

natuur

 
verder
 

welbegrepen

 

wijsheid

 
volgens
 

konden

 
ontstaan
 

zeggen

 

groote


inzien

 

Evenzoo

 

instellingen

 
bestaan
 

verliest

 

rustig

 

integendeel

 

gemaakt

 

ondermijnt

 

blijvend


gedreven

 

rechtbanken

 

zooals

 

strafwetten

 

landswetten

 

sterkst

 
burger
 
begrijpt
 
opvolgt
 

belang


eerbiedigen
 

overheid

 

immers

 

voorschriften

 

nageslacht

 

sterktste

 

voordeel

 

absoluut

 

wanneer

 

overmacht