f oprichtte. Het door Grotius zelf
vervaardigde grafschrift luidde: Grotius hic Hugo est, Batavus, Captivus
et Exsul Legatus regni, Sueica magna tui.
In 1886 werd hem een standbeeld opgericht op de markt te Delft. Op den
voet staan zonder meer in gouden letters de welsprekende woorden: Hugo
Grotius.
Het standbeeld staat met het gezicht naar het stadhuis, met den rug naar
de weleer roomsche kerk. Op dezen stand zijn verschillende zinspelingen
gemaakt. Grotius komt uit de kerk, zoo zegt men en gaat naar het
stadhuis; anderen willen, dat hij den rug keerde aan de kerk. Het zou de
moeite waard zijn, meer in den breede na te gaan de godsdienstige
gezindheid van onzen Grotius. Men heeft veel gestreden of hij in den
laatsten tijd zijns levens katholiek is geworden of niet. Zijn vriend en
vertrouweling de bekende Petavius S. J. droeg een H. Mis op voor de
zielrust van zijn vriend; dit zij ons genoeg. Of Grotius openlijk is
teruggekeerd tot de oude moederkerk, die hij meer en meer lief kreeg, is
een vraag, die wij in dit werk niet willen behandelen. Men zie hierover
Broere. De gezindheid van H. de Groot voor de Katholieke Kerk. De
Katholiek 1852.--Diest Lorgion, Godgel. tijdschrift 1857. J. v. Gilze.
Gids n.r. XIa 357.--De terugkeer van H. de Groot tot het Kath. Geloof.
Amsterd. 1857.--Krogh-Tonning. Hugo Grotius enz. Bachem. Keulen
1904. [27].
#De Jure Belli ac Pacis.#
_Zijn wording, doel en inhoud. De waardeering, die het vond._
Het is in zijn "de Jure Belli ac Pacis", dat Grotius zijn
rechtstheorieen en de moraal, waarop hij die grondt het meest volkomen
uiteenzet. Daarom verdient dit zijn werk het meest onze belangstelling.
Het is voor de kennis zijner gedachten op 't gebied van
rechts-philosophie, wat een "summa Theologica" is voor de kennis van het
wijsgeerig systeem van St. Thomas.
Het was in 1623 dat Grotius in het rustige landhuis Balagni bij Senlis,
hem door Jacques de Mesmes [28] ter woon afgestaan, zijn boek begon. "Non
otior", zoo schrijft hij aan Peiresc, sed in illo de Jure Gentium opere
pergo, quod si tale futurum est, ut lectores demereri possit, habebit,
quod tibi debeat posteritas, qui me ad hunc laborem, et auxilio et
hortatu tuo, excitasti." [29]
Aan Jacq. Aug. de Thou, wiens boekerij hij gebruikte, [30] schrijft hij
Aug. 1623.--"Si quid agam cupis scire, ... versor in examinandis
controversiis praecipuis, quae ad Jus Gentium pertinent".... [31]
In Juni 1624 is Grotius met The
|