FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43  
44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   >>   >|  
mensch, dan zij. De mensch is volgens hem een zinnelijk wezen, maar dit niet alleen, hij is nog wat meer. Onder de zinnelijke wezens bekleedt hij een uitgelezen plaats. Grotius omschrijft den mensch als een "eximium animans, multoque longius distans a caeteris omnibus, quam caeterorum genera inter se distant, cui rei testimonium perhibent multae actiones humani generis propriae." (prol. 6.) Een der kenmerkende eigenschappen van den mensch is: "de begeerlickheyt tot geselligheyt, dat is van ghemeynschap": "appetitus societatis, id est communitatis," en wel tot een samenleving in vrede en eendracht, geordend volgens de gegevens van het menschelijk verstand; hetgeen de stoicijnen, [Grieks: oiKeiosin], gemeenzamen omgang, noemden (prol. 6.) [50] In het algemeen kan derhalve niet gezegd worden, gelijk Carneades wil, dat _elk_ zinnelijk wezen baatzuchtig is. En de mensch niet alleen vormt een uitzondering, zelfs bij sommige dieren vindt de Groot een socialen aanleg. Er zijn dieren, die zorg dragen voor de anderen. Zij zijn goed voor hun jongen of voor hun soort. Maar toegegeven, dat de mensch van nature sociaal is, volgt daaruit en daaruit alleen, dat de mensch rechtsplichten heeft? Neen. Bij den socialen aanleg moet nog iets anders komen, n.l. dat de mensch verstand bezit. Dit verklaart Grotius als volgt. Het sociale leven der dieren is, volgens hem, te danken, aan een verstandelijk beginsel buiten hen, omdat zij zelf geen verstand bezitten. En dit blijkt hieruit, dat zij niet eenzelfde gedragslijn volgen in alle andere zaken, ook zijn deze op zich zelf niet moeilijker. Maar, zoo laat Grotius hier aanstonds op volgen, wat nu den mensch betreft, die in het volle bezit en gebruik is zijner vermogens, deze bezit zelf verstand, hij weet immers in gelijke omstandigheden gelijk te handelen en daarom is hij in staat algemeene beginselen te kennen en daarnaar te handelen. Daaruit nu volgt, dat de mensch, die in zich een bijzondere begeerte heeft tot sociaal leven, volgens dien socialen zin moet leven en in alles zijn doen daarnaar heeft te regelen. Om die redenen zijn zulke handelingen van den mensch overeenkomstig zijn natuur, welke in overeenstemming zijn met zijn aanleg tot gezelligheid. [51] De "custodia societatis", is alzoo, en wel, in zooverre de mensch daartoe de middelen kent, de bron van het recht in den strikten zin des woords, van het recht, dat het "jus sociale" genoemd wordt en waaronder valt: het eerb
PREV.   NEXT  
|<   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43  
44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   >>   >|  



Top keywords:

mensch

 

volgens

 

verstand

 

Grotius

 
socialen
 

dieren

 

aanleg

 
alleen
 

handelen

 
daaruit

societatis

 

daarnaar

 
sociaal
 

sociale

 

volgen

 
gelijk
 

zinnelijk

 
buiten
 

bezitten

 

eenzelfde


daartoe

 

andere

 

gedragslijn

 
middelen
 

hieruit

 

strikten

 

blijkt

 

verklaart

 

waaronder

 

woords


zooverre

 

verstandelijk

 

danken

 

genoemd

 

beginsel

 

algemeene

 
overeenkomstig
 
beginselen
 
kennen
 

daarom


natuur
 

handelingen

 

regelen

 

begeerte

 

bijzondere

 

redenen

 

Daaruit

 

omstandigheden

 

gelijke

 

aanstonds