ling het boek ter hand nemen, en daarin willens of
onwillens, eene voor hen dringend noodzakelijke moraal vinden. Werd hun
die openlijk aangeboden, menigeen zou het boek minachtend ter zijde
gelegd hebben.
Grotius' oprechtheid is evenwel gemakkelijk te redden, al beantwoordt
de inhoud niet juist aan den titel. Men nemen daarvoor het volgende in
aanmerking: De auteur wil zijn onderwerp zoo grondig mogelijk
behandelen, terwijl hij daarbij van meening is dat het recht, waardoor
de verhouding van volken en vorsten geregeld wordt, geen ander is dan
het recht van hen die leven in een natuurtoestand [37] buiten een
maatschappij in den gewonen zin des woords. [38] Daarom moest hij dieper
ingaan in de menschelijke natuur, en het heele natuurrecht behandelen.
Immers elke handeling in strijd met dat recht kan zijn wettige
oorlogsreden, in geval er geen bijzondere verbintenissen zijn aangegaan,
omtrent de uitoefening van dat recht.
Zooals wij reeds gezegd hebben, is Grotius' boek eene complete
uiteenzetting van het natuurrecht geworden. Als van zelf scharen zich al
de vragen van dat recht om het driedubbele hoofdprobleem, dat in drie
boeken behandeld wordt:
Is de oorlog per se in strijd met het recht m.a.w. is hij immer en
altijd onrecht? Bij een ontkennend antwoord, komt men van zelf tot de
vraag: Zoo de oorlog ooit geoorloofd, is, wanneer is hij zulks? Het
derde probleem is: Wat is in den oorlog geoorloofd?
Het was nutteloos te spreken over het recht of onrecht zijn van iets,
als er geen recht of onrecht was, als er geen zedelijke regel was voor
de menschelijke handelingen, die betrekking hebben op anderen.
Daarin vindt Grotius de gelegenheid het bestaan van het recht te
bewijzen. Hij zal aangeven, wat de mensch in zijne betrekkingen tot den
evenmensch heeft te doen en te laten alsmede de redenen daarvan. [39]
Is het eenmaal vastgesteld dat de mensch niet alles doen kan, wat hij
wil, dat daar is een hooge Vrouwe "Justitia" in drievoudig gewaad, dan
kan Grotius gaan zien, of de oorlog al of niet per se in strijd is met
het recht, met de natuurwet, Gods wet of de menschelijke voorschriften?
(lib. I. c. 1 en 17.)
Wat is oorlog, wat is recht? (c. 1.) De oorlog wordt bepaald als status
per vim certantium [40] (Sec. 2.)--Wat het recht is en welke de
verschillende beteekenissen zijn, waarin dit woord kan genomen worden,
kan hij afleiden uit hetgeen hij in zijn prolegomena gezegd heeft over
het recht. (Sec. 3-17). Wetend,
|