alles heel eenvoudig en gemakkelijk in zijn werk gegaan; zoo kwam
het de vorstin ten minste voor.
Maar bij haar dochters deed zij de ervaring op, dat de schijnbaar
zoo eenvoudige zaak, haar uit te huwelijken, in het geheel niet zoo
eenvoudig en gemakkelijk was. Wat al angsten had zij uitgestaan, wat
al gedachten kwelden haar, wat een geld moest er uitgegeven en wat al
zwarigheden moesten er bij haar echtgenoot uit den weg geruimd worden
bij het huwelijk van haar beide oudste dochters Dar-a en Natalie! En
nu bij de jongste moest al die angst, al die twijfel en nog grooter
verschil met haar echtgenoot op nieuw doorgeworsteld worden.
De oude vorst was, even als alle vaders, zeer gevoelig ten opzichte van
de eer en deugd zijner dochters. Hij was buitengewoon ijverzuchtig op
haar en bovenal op zijn lieveling Kitty. Telkens hield hij de vorstin
voor, dat zij haar dochter te veel compromitteerde. De vorstin was
daaraan, sedert de oudste dochters dezelfde phase waren ingetreden,
reeds gewoon, maar nu gevoelde zij, dat de prikkelbaarheid van de
vorst op dit punt meer grond had. Zij zag in, dat er den laatsten
tijd zeer veel in de maatschappelijke zeden was veranderd en dat
de plichten eener moeder zwaarder waren geworden. Zij zag, dat de
jonge meisjes van Kitty's leeftijd tot vereenigingen toetraden, aan
allerlei leercursussen deel namen, zeer vrij met heeren omgingen,
alleen uitreden, dat velen van haar geen buiging meer maakten, en wat
het ergst van alles was, zij waren stellig overtuigd, dat de keuze van
een echtgenoot haar zaak en niet die der ouders was. "Nu trouwt men
niet meer zoo als vroeger," dachten en spraken al die jonge meisjes
en zelfs de ouderen van dagen stemden daarmede in. Zij kon echter van
niemand te weten komen, hoe men dan wel trouwde. Het Fransche gebruik,
waarbij de ouders geheel over het lot der kinderen beslissen, werd niet
aangenomen, maar zelfs afgekeurd. De absolute vrijheid der Engelsche
jonge meisjes vond ook geen bijval en was in Russische kringen zelfs
geheel onbestaanbaar. De Oud-russische huwelijksbemiddeling vond
men afschuwelijk; ieder lachte er om en de vorstin lachte mede. Maar
hoe er dan nu eigenlijk getrouwd worden moest, dat wist niemand te
zeggen. Wanneer zij er met iemand over sprak, ontving zij slechts een
antwoord: "Mijn lieve hemel! Men moet zich nu van den ouden tijd los
maken! De jonge lieden moeten elkander trouwen en wij ouden niet, dus
moeten wij het aan hen zelf overlaten
|