rts;
zoo kwamen ze aan een brugje over eenen poel; Katelijne, die
meter was, droeg het kind; zij struikelde en viel in de modder met
Uilenspiegel. Zoo werd hij voor de vijfde maal gedoopt.
Men trok hem uit den poel. In 't huis van Klaas werd hij met lauw
water gewasschen. Dit was zijn zesde doopsel.
VII.
Dien dag besloot Zijne Heilige Masjesteit keizer Karel, groote feesten
te houden, om de geboorte van zijn zoon te vieren. Evenals Klaas,
besloot hij uit visschen te gaan, niet in de vaart, doch in de beurzen
en tasschen zijner onderdanen. Daaruit is het dat vorstelijke lijnen
gouden karolussen, gouden lammeren, rozenobels, dubloenen, zilveren
daelders en al die wonderbare visschen trekken, die, naar willekeur
van den visscher, veranderen in fluweelen kleederen en schitterende
edelgesteenten, in lekkeren wijn en smakelijke gerechten. Want de
rivieren, die 't rijkst zijn aan visch, zijn niet die, waarin het
meeste water is.
Nadat Zijne Heilige Majesteit zijn raad bijeengeroepen had, besloot
hij, dat de vangst volgenderwijze geschieden zou:
De genadige infant zou rond negen of tien uren ten doop gebracht
worden; ten blijke van groote vreugde, zouden de inwoners van
Valladolid heel den nacht, op eigen kosten, feesten en kermissen,
en ten bate der armen, hun geld op de Groote Markt strooien.
Op vijf punten zou eene fontein, tot aan den dageraad toe, goeden
wijn spuiten, die door de stad moest betaald worden. Op vijf andere
plaatsen zouden, op houten kramen, allerhande worsten, ossetongen en
pasteien uitgestald worden, mede ten laste van de stad.
Op eigen kosten zouden de lieden van Valladolid, op den doortocht van
den stoet, in grooten getale zegebogen oprichten, den Vrede, het Geluk,
den Overvloed, de Fortuin voorstellend, en allerhande zinnebeeldige
toespelingen op de gaven des hemels, waarmede zij onder de regeering
van Zijne Heilige Majesteit begunstigd waren.
Ten slotte en behalve deze bogen van pais, zouden er andere opgericht
worden, waarop, in helle kleuren, minder goedertieren kenteekenen
zouden prijken, zooals arenden, leeuwen, lansen, hellebaarden,
vlammende spiesen, kanonnen, falkonetten, slangen met wijden mond,
mitsgaders al ander oorlogstuig, om op zinnebeeldige wijze de macht
en de kracht van Zijne Heilige Majesteit voor te stellen.
En, voor het verlichten der kerk zou, als een blijk van de genade
Zijner Majesteit, aan het gilde der keersgieters toegestaan worden,
voor niet, over de
|