FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48  
49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   >>   >|  
en dat ze gesteld waren onder de jurisdictie van den officiaal, eene vierschaar van geestelijke rechters. Zij maakten opstand om brood en om wereldlijke rechters te bekomen. Eenigen werden onthoofd of gehangen, anderen uit het land gebannen; dat was de goedertierenheid van den zachtzinnigen aartsbisschop, den hoogweerdigen Van de Marck. Klaas zag onderwege de gebannenen, die de zoete vallei van Luik ontvloden, en, aan de boomen, omtrent de stad, zag hij de lijken van hen die gehangen waren, omdat zij de misdaad begaan hadden, honger te hebben. En Klaas schreide over hunnen rampspoed. XIV. Toen Klaas op zijn ezel weer thuis kwam met een zak vol oortjes, dien hij van zijn broeder gekregen had en ook met een schoonen beker van Engelsch tin, was 't Zondag en weekdag kermis in de arme stulp; alle dagen at men boonen met vleesch. Menigmaal vulde Klaas den schoonen beker met schuimende dobbele kuite. Uilenspiegel at voor drie; hij ging en kwam naar de borden en teilen als eene musch op een graanzolder. Eet gij het zoutvat niet mee? vroeg Klaas. Uilenspiegel antwoordde: --Wanneer, gelijk hier, het zoutvat gemaakt is van een uitgeholde korst brood, moet men het soms opeten, anders komen er wormen in. --Waarom, zegde Soetkin, veegt gij uwe vettige handen af aan uwe hooze? --Aan mijne hooze? wel, om nooit met natte billen te loopen. Daarop dronk Klaas een groote teug bier uit zijn tinnen beker. Uilenspiegel vroeg hem: --Waarom hebt gij zoo'n grooten beker en ik maar een klein kroezeken? Klaas antwoordde: --Omdat ik uw vader en de baas van het huis ben. Doch Uilenspiegel hernam: --Gij drinkt al veertig en ik nog maar negen jaar; gij hebt al genoeg gedronken en mijne beurt is gekomen. Geef mij den beker en neem gij het kroezeken. --Zoon, sprak Klaas, men giet geen vat bier in een vaatje over zonder morsen. --Nu ga dan te werk met verstand en giet uwe kan in mijn tonne, want mijn buik is grooter dan uw beker, antwoordde Uilenspiegel. En lachend liet Klaas hem zijn beker ledigen. En zoo leerde Uilenspiegel listig worden om bier te krijgen. XV. Onder haren gordel droeg Soetkin het kenmerk van een nieuwe bevruchting; ook Katelijne was zwanger, maar zij dorst heur huis niet verlaten. Soetkin ging haar bezoeken. --Ach! sprak zij jammerend, wat ga ik aanvangen met de ongelukkige vrucht van mijn lichaam? Moet ik het wichtje versmachten? Ik zou het besterven! Maar zoo ik ee
PREV.   NEXT  
|<   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48  
49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   >>   >|  



Top keywords:
Uilenspiegel
 

antwoordde

 

Soetkin

 
zoutvat
 

kroezeken

 

Waarom

 
gehangen
 

rechters

 

schoonen

 
genoeg

drinkt

 

veertig

 

hernam

 
grooten
 
loopen
 

Daarop

 

billen

 

groote

 
tinnen
 

gedronken


nieuwe

 

kenmerk

 

bevruchting

 

Katelijne

 

zwanger

 

gordel

 

krijgen

 

worden

 

wichtje

 

aanvangen


ongelukkige

 

vrucht

 
lichaam
 

jammerend

 

versmachten

 
verlaten
 

bezoeken

 

listig

 

leerde

 

vaatje


zonder

 

gekomen

 
besterven
 

morsen

 

grooter

 
lachend
 

ledigen

 
verstand
 
omtrent
 
boomen