FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52  
53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   >>   >|  
den ingang van de tent wiegelde eene kuip, met de beide ooren aan twee staken vastgemaakt. Als het wijf in hoogdravende woorden vertelde, dat het eene kuip wijwater was, die van Rome kwam en de monniken weer knikten om hare woorden te staven, verviel Uilenspiegel in diepe overpeinzing. Aan een van de palen der tente stond een ezel gebonden, die meer hooi dan haver kreeg: met hangenden kop zag hij naar de aarde, maar zonder hoop er distels te zien opschieten. --Jongens, riep Uilenspiegel, naar het wijf, de twee paters en 't weemoedige grauwtje wijzend, vermits de meesters zoo goed zingen, moet de ezel dansen. En hij liep naar een winkel, en kwam met zes duiten peper. Toen hief hij den steert van den ezel op en wreef er de peper onder. Als het beest de peper gevoelde, keek het omme, om te zien van waar die ongewone warmte kwam. Het meende, dat het den vuurduivel achter de hielen had en wilde loopen om hem te ontvlieden; dan begon het dier te balken en te stampen en uit al zijne kracht aan den paal te trekken. Bij den eersten schok ging de kuip los, die tusschen de twee haken hing, en al het wijwater kletste op de tent en op hen, die er in waren. Weldra stortte de tent in en de aanwezigen, die naar de geschiedenis van Maria van Egypte luisterden, lagen als onder een natten mantel begraven. En Uilenspiegel en zijne vrienden hoorden van onder het doek groote beroering en geweeklaag, want de geloovigen, die binnen waren, beschuldigden malkander de kuip omvergetrokken te hebben, en wit van woede brachten ze elkander vele vuistslagen toe. Men zag het doek van de tente op en neer gaan, en telkens als Uilenspiegel op het doek een ronden vorm zag uitkomen, stak hij er in met eene speld. Dan hoorde hij grootere kreten en grootere uitdeeling van vuistslagen onder de tente. En hij had dolle pret en het meest toen hij den ezel zag wegloopen met doek, met kuip en met palen achter zich aan, terwijl de baas van de tent, zijn wijf en zijn kind zich vastklampten aan den sleep van den ezel. Eindelijk kon het dier niet meer voort, het begon erbarmelijk te balken en te stampen, en hield maar op om onder zijn steert te zien of het vuur, dat er brandde, niet haast gebluscht was. Maar de kwezelaars vochten voort en zonder aan hen te denken, scharrelden de monniken het geld bijeen, dat uit de schaal gevallen was. Uilenspiegel hielp devotelijk mee, doch niet zonder profijt. XVIII. Terwijl de zoon van den kooldrager als ee
PREV.   NEXT  
|<   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52  
53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   >>   >|  



Top keywords:
Uilenspiegel
 

zonder

 

balken

 
stampen
 

achter

 

grootere

 
woorden
 

wijwater

 

steert

 
monniken

vuistslagen

 

telkens

 

elkander

 
ronden
 
malkander
 

hoorden

 

groote

 

beroering

 
vrienden
 

begraven


natten

 

mantel

 

geweeklaag

 

hebben

 

omvergetrokken

 

uitkomen

 

geloovigen

 

binnen

 

beschuldigden

 

brachten


Eindelijk

 

scharrelden

 
bijeen
 

schaal

 

denken

 
vochten
 

gebluscht

 

kwezelaars

 

gevallen

 

Terwijl


kooldrager

 

profijt

 
devotelijk
 

brandde

 

uitdeeling

 
kreten
 

hoorde

 
wegloopen
 
terwijl
 
erbarmelijk