FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   >>   >|  
e pelgrims hadden helmen op. Er waren er die van Troje kwamen, andere, die phrygische mutsen leken. Sommige pelgrims hoewel met bolle wangen en dikke buiken, droegen helmen met uitgespreide vleugelen, doch hadden geenerlei zin tot vliegen. Anderen waren gekapt met zoogenaamde "salades", door de slakken onwaardig gekeurd omdat ze niet groen genoeg waren. Maar het meerendeel had helmen, zou oud en verroest, dat ze uit den tijd schenen te zijn van Gambrinus, koning van Vlaanderen en koning van het bier, dewelke regeerde negenhonderd jaar voor Christus en eene pint op zijn hoofd droeg, uit vrees niet op tijd te kunnen drinken, bij gebrek aan een beker. Eensklaps begonnen klokken, pijpen, schalmeien, trommelen en het oudroest te kleppen, te fluiten, te schallen, te slaan en te kletteren. Het was het sein voor de pelgrims zich omme te keeren en bij groepen van zeven zich nu tegenover elkaar te plaatsen. Als uitdaging stak elk de brandende keers in het gelaat van zijn overman. Daardoor ontstond groot genies en daarna regende het stokslagen. Ze vochten en sloegen met handen en voeten, met hoofden, met alles. Er waren er, die, gelijk de rammen, op hunne tegenstrevers vielen, met den helm vooruit, die bij den eersten schok over hunne ooren schoot, en als blinden terechtkwamen op zeven andere woedende pelgrims, die hen verwelkomden, maar niet met zachtheid. Anderen, schreeuwers en bloodaards, jammerden om de ontvangen slagen, maar bij het prevelen hunner gebeden werden ze bliksemsnel door nieuwe zeventallen overvallen en zonder genade omvergeloopen of omvergetrapt. En de heremiet lachte. Verderop zag men zeventallen, die als klissen aan elkaar hingen en van boven naar beneden in het water rolden; maar zij bleven elkaar toetakelen en ranselen, zonder dat het water hunne woede bekoelde. En de heremiet lachte. Zij, die boven gebleven waren, sloegen elkander de oogen blauw en de tanden vaneen, rukten elkanders haren uit, en scheurden wambuizen en hoozen aan stukken. En de heremiet lachte en sprak: --Dapper aan, vrienden: wie 't hardst slaat, bemint het meest. Aan de kloekste vechters, de schoonste liefjes! Hier ziet Onze Lieve Vrouw van Rindbisbels, wie man is! En de pelgrims sloegen als op kaf. Middelerwijl was Klaas den heremiet genaderd, terwijl Uilenspiegel lachend en gierend op de slagen bleef toekijken. --Eerwaarde vader, vroeg hij, welke misdaad hebben die arme sukkelaars bedreven, om elkander zo
PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   >>   >|  



Top keywords:
pelgrims
 

heremiet

 

elkaar

 
helmen
 

lachte

 

sloegen

 
koning
 

zonder

 

zeventallen

 
slagen

elkander

 

hadden

 

Anderen

 
andere
 
misdaad
 

genade

 

hebben

 

omvergeloopen

 
omvergetrapt
 

Verderop


beneden

 

gierend

 

toekijken

 

Eerwaarde

 

klissen

 

hingen

 

bliksemsnel

 

verwelkomden

 

zachtheid

 

schreeuwers


woedende

 

terechtkwamen

 
schoot
 

blinden

 

bloodaards

 
jammerden
 

gebeden

 

werden

 

rolden

 

nieuwe


hunner

 

prevelen

 
bedreven
 

ontvangen

 

sukkelaars

 
overvallen
 

bleven

 
Middelerwijl
 
bemint
 
vrienden