eholpen, want
de ongelukkige had door dien misgreep zijne plaats van eerste der
klasse, althans voor het oogenblik, verloren. De knapsten onder ons
dachten wijsgeerig genoeg om aan die denkbeeldige en niets bewijzende
eer niet te veel te hechten, maar Piet was een van die jongens, die door
de eerzucht en strengheid hunner vaders werden opgeprikkeld en
nagereden. De arme sukkel was daardoor uitgebleekt, als dronk hij niets
dan _eau de Javelle_, en mager van de zenuwachtige inspanning van elken
dag en avond. Hij was dan nu ook neergedrukt en angstig, zijne klamme
vingers beefden, en zijn gejaagd gemoed zag met schrik naar het einde
van het jaar. Maar een van ons, wiens vader het niet achtte, op welk
nommer zijn zoon zat en welken prijs hij had, maar dien het genoeg was,
dat hij een vlugge en knappe jongen was en die Piet nu over het hoofd
was gesprongen, redde hem.
--Hoor eens, Piet, zeide hij naderhand onder drie of vier vertrouwden,
je weet, dat mijn vader het mij nooit lastig maakt; ik beloof je, dat ik
je voor zal laten en voor zal laten blijven.
Wij hebben dien trek van edelmoedige opoffering, waardoor hij zijn
kameraad een half jaar van angst en kommer, en misschien eene ziekte
bespaarde, altijd bewonderd. Hij stierf kort daarna, maar wij geloofden,
dat hij genoeg gedaan had om den hemel te verdienen.
* * * * *
Eenige jaren later vloog de gonzende bijenzwerm, na hot verwerken van
den Attischen honig, weer uit. Er vormde zich eene groep om een persoon
heen.
--Jongens, zei deze, kijk eens wat een mooien Aulus Gellius ik gekocht
heb.
--Laat zien, laat zien!
--Waar heb je dien vandaan?
Er was altijd veel belangstelling in het koopen en verkoopen van
classieke auteurs, en wij redeneerden met veel geleerdheid en animo over
goede en slechte edities, over _Elzeviers, Bipontijnen, Minellen, in
usum Delphini_, van goede en slechte noten, van _pontes asinorum_, etc.
--Van het stalletje van Levi gekocht--voor een spotprijs.
--Het is een Elzevier.
--Heeft je vader ook Elzeviers? vroeg er een aan mij.
--Eene plank vol, zeide ik met trots: Maar toen ik daarop vertelde, dat
mijn vader ook boeken had, die wel honderd jaar ouder waren dan de
Elzeviers en veel kostbaarder en zeldzamer, was er eene algemeene
bewondering en beloofde ik, in de vreugde van mij op mijn vader te
kunnen verheffen, zulk een boek eens mede te brengen.
Den volgenden dag bracht ik een zeer ouden druk v
|