te komen,
want het eerste woord, dat zij sprak, was geen antwoord op mevrouw Van
N.'s vraag, maar was waarschijnlijk de slotsom eener reeks van
gedachten, die elkander op dit oogenblik in haar hadden opgevolgd.
"Wat is eene moeder? vroeg zij.
Dat was eene onverwachte vraag en ook mijnheer Van N. zag verbaasd uit
zijn boek op.
--Eene moeder? zei mevrouw Van N. Hebt gij uwe moeder gekend?
--_Mijne_ moeder? zei Bella, alsof zij eenigszins aan zoo iets
twijfelde:--Wat is dan eene moeder?
Ik geloof, dat mevrouw Van N. er mee inzat, welke bepaling zij van eene
moeder zou geven, en hoe goed wist zij toch door lief en door leed wat
eene moeder is,--en welk eene moeder was zij!
--Of zult gij zeggen, zei mijnheer Van N. glimlachende, en wat hij in
gedachten had aangevangen nu hardop vervolgende, of zult gij zeggen,
eene moeder is eene eenigszins bejaarde vrouw, met even grijzende haren,
die boterhammen maakt en thee schenkt, en voor het eten zorgt, en een
mandje met sleutels heeft--of, eene moeder is de vrouw van een
vader--maar dan doet zich terstond eene soortgelijke vraag op: wat is
een vader?--waarlijk, het is moeilijk een kind, voor wie dit begrip niet
van jongs af bestaan heeft en zich heeft doen _voelen_, te verklaren wat
eene moeder is. Als ik zeg verklaren, dan meen ik eene juiste, eene
logische definitie er van geven: wij zouden dan moeten opklimmen tot de
wording der kiem van het kind--en dan staan wij al dadelijk stil bij de
bedenkelijke vraag: van waar is het eerste levensbeginsel--hoe dit
physiologisch en psychologisch op te lossen....
Ik vrees, dat Bella op deze wijze moeilijk tot het, begrip van eene
moeder zou zijn gekomen, en mevrouw v. N. beproefde daarom eene
eenvoudiger definitie.
--Eene moeder, zei ze, is degene, die de kinderen opkweekt en van wie de
kinderen innig veel houden.
--Dan zijn de bloemen mijne moeder, zeide Bella, deze stoute paradox
zonder eenige aarzeling uitende, want zij hebben mij gezegd, dat ik uit
de bloemen ben voortgekomen--en ik houd zooveel van bloemen!
Mijnheer v. N. lachte.--Haha! zeide hij, moeder, moeder! daar loopt gij
er in met uwe definitie; de _ergo_, de gevolgtrekking van Bella was
juist, maar het is duidelijk, dat uw _major_ niet deugde.
--Nu, zeide mevrouw v. N., dan moet de tijd haar maar leeren, wat eene
moeder is, en nu lieve Bella! wil ik uwe moeder zijn--uwe moeder is in
den hemel, en eens, Bella! had ik--een meisje, net als gij--en dat--is
oo
|