FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62  
63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   >>   >|  
ht? Koenraad spande eene laatste poging in; hij richtte zich op mijne schouders op, terwijl ik hem met inspanning mijner laatste krachten ondersteunde, hij hief zich ten halvenlijve uit het water op en viel toen uitgeput weer neer. "Wat hebt gij gezien?" "Ik zag," stamelde hij, "ik zag ... maar laat ons niet praten ... laten wij al onze krachten bewaren?" Wat had hij gezien? Toen kwam, ik weet niet hoe, het monster mij voor de eerste maal in de gedachten.... Maar die stem dan? De tijden waren toch voorbij dat een Jonas in den buik van een walvisch zat. Koenraad stiet mij altijd voor zich uit; nu en dan lichtte hij het hoofd op, zag voor zich uit en riep, waarop eene andere stem, welke ons hoe langer hoe meer naderde, het antwoord gaf. Mijne krachten waren uitgeput; mijne vingers waren verstijfd; ik kon niet meer op mijn handen steunen; mijn mond, dien ik zenuwachtig opende, liep vol zeewater; ijskoude overviel mij; eene laatste maal lichtte ik het hoofd nog eens op, en toen zonk ik in de diepte.... Op dit oogenblik stiet ik op een hard voorwerp; ik klampte mij er aan vast; toen voelde ik dat men mij optrok en uit het water haalde; ik haalde ruimer adem en viel in zwijm.... Ik kwam spoedig weer tot mijn bewustzijn, omdat men mij duchtig wreef; ik opende de oogen.... "Koenraad!" fluisterde ik. "Heeft mijnheer mij gebeld?" antwoordde Koenraad. Op dat oogenblik bemerkte ik bij het licht der reeds ondergaande maan een gelaat, dat niet van Koenraad was, maar hetwelk ik aanstonds herkende. "Ned!" riep ik uit. "Hij zelf, mijnheer, en ik loop mijne premie na," antwoordde Ned Land. "Zijt gij door den schok in zee geworpen?" "Ja mijnheer de professor, maar gelukkiger dan gij ben ik bijna onmiddellijk op een drijvend eiland neergekomen." "Een eiland?" "Ja of beter gezegd op uw reusachtigen eenhoorn." "Verklaar u duidelijker Ned." "En nu begreep ik aanstonds waarom mijn harpoen hem niet heeft getroffen, en op zijn huid is afgesprongen." "Waarom dan Ned, waarom?" "Omdat dit beest, mijnheer de professor, van stalen platen gemaakt is." Ik moest een oogenblik tot mijne zinnen komen en mijn herinneringsvermogen te hulp roepen, ik moest mijne eigene beweringen nog eens nagaan. De laatste woorden van Ned hadden een plotselingen omkeer in mijne hersens te weeg gebracht. Ik kroop naar het hoogste gedeelte van het wezen of het voorwerp, dat half in zee was weggezonken en waarop wij eene toevlu
PREV.   NEXT  
|<   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62  
63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   >>   >|  



Top keywords:

Koenraad

 

laatste

 

mijnheer

 

krachten

 
oogenblik
 

waarop

 

lichtte

 

voorwerp

 

haalde

 

antwoordde


aanstonds

 

eiland

 

opende

 
professor
 
waarom
 
gezien
 

uitgeput

 

geworpen

 

gebracht

 

hersens


plotselingen

 

gelukkiger

 

toevlu

 
weggezonken
 

ondergaande

 

omkeer

 
gelaat
 
hoogste
 

gedeelte

 
herkende

hetwelk
 

premie

 
neergekomen
 

herinneringsvermogen

 
getroffen
 

roepen

 

harpoen

 
zinnen
 

platen

 

gemaakt


Waarom

 
afgesprongen
 

eigene

 

beweringen

 
woorden
 

gezegd

 

stalen

 

drijvend

 
hadden
 

reusachtigen