van werken over allerlei
wetenschappen zoowel van zede- als letterkundigen aard, in allerlei
talen; maar ik zag geen enkel werk over staathuishoudkunde; die schenen
streng verbannen te zijn. Zonderling was het, dat al die boeken,
in welke taal ook geschreven, door elkander stonden, en die wanorde
bewees dat de kapitein van de Nautilus alles vlug moest kunnen lezen
wat hem in de hand kwam.
Onder die werken zag ik de meeste stukken van oude en nieuwe
schrijvers, dat is te zeggen, al wat de mensch het schoonst heeft
voortgebracht op het gebied van geschiedenis, dichtkunst en romantiek,
van Homerus tot Victor Hugo, van Xenophon tot Michelet, van Rabelais
tot Dickens. Het grootste deel der boekerij was echter aan allerlei
takken van wetenschap gewijd; het waren werken over werktuig- en
natuurkunde, waterbouw- en weerkunde, aardrijkskunde en natuurlijke
geschiedenis: en ik begreep dat dit de voornaamste studie van den
kapitein was. Ik zag er al de werken van Von Humbolt, Arago, Foucault,
Henri Saint-Claire Deville, Chasles, Milne Edwards, Quatrefages,
Tyndall, Faraday, Berthelot, Petermann, Kaiser, Maury, enz.; de
verslagen van de academie van wetenschappen en van verschillende
aardrijkskundige genootschappen, en op een der beste plaatsen
zelfs de beide deelen, welke mij misschien zulk een goede ontvangst
aan boord hadden doen genieten. Een werk gaf mij zelfs een juiste
tijdsbepaling aan de hand, namelijk een, dat in den loop van 1865
verschenen was, waardoor ik kon opmaken dat de reizen van de Nautilus
tot geen vroeger tijdperk opklommen; derhalve had kapitein Nemo zijn
onderzeesch leven eerst sedert drie jaar begonnen. Overigens hoopte ik
dat nieuwere werken mij dien tijd misschien nog nauwkeuriger zouden
kunnen aanwijzen. Maar ik had den tijd om dit te onderzoeken, en ik
wilde onze wandeling ter bezichtiging der wonderen van de Nautilus
daarvoor niet ophouden.
"Ik dank u, mijnheer," zeide ik tot den kapitein, "dat gij deze
bibliotheek ter mijner beschikking gesteld hebt. Er zijn daar schatten
van wetenschap in verborgen, waarvan ik gebruik hoop te maken."
"Deze zaal dient niet alleen tot boekerij, maar ook tot rookkamer,"
zeide de kapitein.
"Eene rookkamer!" riep ik uit, "wordt er dan aan boord gerookt?"
"Zonder twijfel."
"Dan geloof ik dat gij nog betrekkingen met Havana onderhouden hebt,
kapitein."
"Geenszins," antwoordde Nemo; "neem een van deze sigaren, mijnheer
Aronnax, en hoewel zij niet uit Havana k
|