FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124  
125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   >>   >|  
t was een albatros van de schoonste soort. Onze tocht was door dit voorval niet opgehouden; gedurende twee uur gingen wij over zandvlakten, of weiden van zeegras, waar het loopen moeielijk viel. Om de waarheid te zeggen, ik kon niet meer, toen ik op een halven kilometer afstand een flauw licht in de duisternis zag schemeren. Het was de lantaarn van de Nautilus; binnen twintig minuten moesten wij aan boord zijn, en daar zou ik weder vrij kunnen ademhalen, want het scheen mij toe, dat mijn toestel mij slechts zeer weinig zuurstofhoudende lucht meer toevoerde. Ik rekende evenwel buiten eene ontmoeting, welke onze komst aan boord eenigermate vertraagde. Ik was ongeveer twintig pas achtergebleven, toen ik den kapitein plotseling naar mij zag toekomen. Met zijne krachtige hand drukte hij mij op den grond, zooals zijn metgezel het Koenraad deed. Eerst wist ik niet wat van dien plotselingen aanval te denken, doch werd gerust gesteld, toen ik zag dat de kapitein naast mij ging liggen en onbeweeglijk bleef. Zoo lagen wij achter een bos zeegras uitgestrekt, toen ik het hoofd eens even ophief, en eene verbazend groote gedaante met veel geplas over ons zag heengaan, welke een lichtglans van zich gaf. Mijn bloed stolde mij in de aderen, want ik had de groote haaien herkend, welke ons bedreigden. Het waren een paar tintoreas, vreeselijke zeemonsters met grooten staart, en een dof en glazig oog, die uit de gaatjes rondom hun bek eene lichtende stof afscheidden. Het zijn monsterachtige lichtvliegen, die een mensch tusschen hunne ijzeren kaken in eens verpletteren! Ik weet niet of Koenraad bezig was ze in eene zekere klasse te ordenen, doch ik bekeek, wat mij aangaat, hun zilverkleurigen buik, hun vreeselijken muil, vol scherpe tanden, minder met een wetenschappelijk doel; en ik deed het eerder als slachtoffer dan als natuuronderzoeker. Gelukkig zien die vraatzuchtige dieren zeer slecht. Zij zwommen voorbij, zonder ons te zien, waarbij zij met hunne bruinachtige zwemvliezen rakelings over ons heen gingen, zoodat wij als door een wonder aan een gevaar ontsnapten, dat zeker veel erger was dan de ontmoeting met een tijger in het dichtste van het woud. Een half uur daarna bereikten wij, door het electrieke licht van de Nautilus geleid, het vaartuig. De buitendeur was open gebleven, en de kapitein sloot haar zoodra wij binnen waren; daarna drukte hij op een knop; ik hoorde de pompen in het vaartuig zich in beweging stellen, ik voelde h
PREV.   NEXT  
|<   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124  
125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   >>   >|  



Top keywords:

kapitein

 

Nautilus

 

binnen

 
vaartuig
 

ontmoeting

 

twintig

 

Koenraad

 
gingen
 

daarna

 

groote


drukte

 

zeegras

 
bekeek
 

aangaat

 

zilverkleurigen

 
ordenen
 

klasse

 

herkend

 

zekere

 

monsterachtige


tintoreas
 

gaatjes

 
rondom
 

glazig

 

zeemonsters

 

staart

 

vreeselijke

 

vreeselijken

 
tusschen
 

ijzeren


bedreigden
 

mensch

 

lichtvliegen

 

lichtende

 
afscheidden
 

grooten

 

verpletteren

 

slecht

 
bereikten
 

electrieke


geleid

 

ontsnapten

 

tijger

 

dichtste

 
buitendeur
 

beweging

 

pompen

 

stellen

 
voelde
 

hoorde