aannemen. Als die vlakken evenwijdig met het vaartuig
gehouden worden, dan gaat dit in horizontale richting voort; worden
zij schuins gehouden, dan daalt de Nautilus volgens de helling der
vlakken en door de werking der schroef naar de diepte, of komt op
dezelfde wijze naar boven, en zelfs als ik spoediger naar boven wil
komen, dan laat ik de schroef stilstaan, en de drukking van het water
doet de Nautilus in vertikale richting even spoedig stijgen, als een
luchtbal, die met waterstofgas gevuld, zich in de lucht verheft."
"Bravo, kapitein!" riep ik uit. "Maar hoe kan de stuurman den weg
volgen, welken gij hem in het midden der zee aanwijst?"
"De stuurman staat in eene glazen kooi, welke boven op de Nautilus
eenigszins uitsteekt, en welke van groote lenzen is voorzien."
"Glazen, die bestand zijn om aan zulk eene drukking weerstand te
bieden?"
"Welzeker. Het kristal dat zoo bros is als er tegen gestooten wordt,
heeft echter een aanzienlijk weerstandsvermogen. Bij proeven, welke
men in 1864 in de Poolzeeen nam om bij electriek licht te visschen,
merkte men op, dat kristalplaten van zeven millimeter dik aan eene
drukking van zestien atmosferen konden weerstand bieden, als men er
slechts warmtestralen door liet vallen, welke haar eene gelijkmatige
warmte mededeelden. En de glazen, waarvan ik mij bedien, zijn in het
middelpunt niet minder dan 21 centimeter dik, dat is dus dertigmaal
zooveel."
"Ik geloof het, kapitein; maar om te zien moet het licht de duisternis
van die diepten toch vervangen, en ik vroeg mijzelven af, hoe het
mogelijk is om onder in zee...."
"Achter het stuurhokje is een krachtige electrieke reflector geplaatst,
welker stralen de zee op een kilometer afstands verlichten."
"Bravo, kapitein! Nu begrijp ik dat lichten van den reusachtigen
eenhoorn, die alle geleerden in spanning heeft gebracht. Het is
natuurlijk dat ik u hierbij vraag, of de botsing tusschen de Nautilus
en de Scotia, waarover zooveel gepraat is, door eene toevallige
ontmoeting werd veroorzaakt of niet?"
"Geheel toevallig mijnheer; ik voer op twee meter onder water toen
de botsing plaats greep; overigens zag ik dat het geene noodlottige
gevolgen heeft gehad."
"Geene, mijnheer; maar wat uwe ontmoeting met de Abraham Lincoln
aangaat?..."
"Het spijt mij voor een van de beste schepen van die flinke
Amerikaansche Marine, mijnheer, maar men viel mij aan en ik moest mij
verdedigen. Overigens heb ik mij slechts vergenoegd om het
|