met de tong, 't
streelen met de hand en allerlei andere gebaren en geluiden waarmee ze
schichtige paarden kalmeeren. Hoeveel te meer moeten wij dan ook die
middelen toepassen op onze echtgenooten met wie wij, of we willen of
niet, ons geheele leven door, huis en bed moeten deelen.--XANTIPPE: Nu,
ga door, je bent zoo mooi begonnen.--EULALIE: Dat in 't oog houdend
trachtte ik mij naar hem te voegen, terwijl ik zooveel mogelijk oppaste
dat er geen reden tot aanstoot gegeven werd.--XANTIPPE: Hoe kon je
dat?--EULALIE: In de allereerste plaats door goed te zorgen voor 't
huishouden, de eerste en voornaamste taak van een huisvrouw. Ik waakte
er niet alleen voor dat er niets werd verzuimd, maar ook dat alles naar
zijn zin uitkwam, zelfs in de kleinste zaken.--XANTIPPE: Welke
bijvoorbeeld?--EULALIE: Bijv. wanneer je man van dit of van dat kostje
veel houdt, als een gerecht op deze of die manier klaargemaakt hem
bijzonder bevalt, als zijn bed op een bijzondere manier wordt
opgemaakt.--XANTIPPE: Maar hoe was je in staat je naar hem te voegen als
hij zoo zelden thuis en dan nog dronken was?--EULALIE: Geduld! Dat wilde
ik juist gaan vertellen. Als mijn man soms eens wat somber scheen en de
gelegenheid minder gunstig was om hem aan te spreken, dan lachte of
schertste ik nooit, zooals sommige vrouwen wel eens doen; maar ik zette
zelf ook een erg bedroefd en bekommerd gezicht. Gelijk een spiegel, als
hij goed is, altijd 't gezicht van hem die er in kijkt juist weergeeft,
zoo moet ook de huisvrouw zich weten te voegen naar de gemoedsstemming
van haar man. Ze moet niet vroolijk zijn, wanneer hij somber gestemd is
of zich niet blij toonen wanneer er iets is wat hem hindert. En wanneer
hij dan eens wat opgewonden was, trachtte ik hem met zachte woordjes te
kalmeeren, of ik liet zijn boosheid maar stilletjes bekoelen tot de
gelegenheid zich aanbood 't zij voor hem om zijn boosheid kwijt te
raken, 't zij voor mij om hem eens onder handen te nemen. 't Zelfde
placht ik te doen wanneer hij thuis kwam, na wat meer wijn gedronken te
hebben dan wel dienstig was. Dan zei ik niet anders dan vriendelijke
woordjes tot hem, alleen met een zoet lijntje wist ik hem naar zijn bed
te krijgen.--XANTIPPE: Je moet me toch toegeven dat de positie van de
vrouwen heel ongelukkig is, dat ze maar moeten gehoorzamen aan driftige,
dronken echtgenooten, die alles doen wat ze willen.--EULALIE: Alsof die
volgzaamheid niet wederkeerig was! Zij zien zich toch ook genoodza
|