oem en welvaart zijn verzwonden;
Toch zal mijn lied uw lof verkonden,
o Moedergrond, o vaderstad!
Toch blijft gij steeds mijn liefste schat,
Mijn dierbaar Oudenaarde!
Dus zingt G. ANTHEUNIS, een zoon van Oudenaarde.
Men weet, dat de keuren, welke 's lands vorsten aan de opkomende
gemeenten schonken, de openbare veiligheid waarborgden, de rechten en
plichten tusschen de poorters en den landheer bepaalden.
Oudenaarde dankte zijne keure aan Philip van Elzas. De eerste
versterkingen der stad waren van 1188.
In den loop der eeuwen werd Oudenaarde dikwijls belegerd: door de
Gentenaars in 1382 en in 1452; door de Franschen in 1658, 1667, 1684,
1708 en 1745.
Ten jare 1382 stond Frans Ackerman, een der hardnekkigste voorstanders
van Philip van Artevelde, aan het hoofd der belegeraars.
FROISSART wil, dat deze alsdan gebruik maakten van hun groot kanon: _de
dulle Griet_. Zeker is het, dat dit moordtuig in 1476 bestond. Dit jaar
betaalde men eene "zekere leveringhe van hout," en eenen grooten olm,
"daer eene busse, gheheeten de groote Griete" en andere "engienen" in
gelegd werden.
Toen de Gentenaars in 1452 de stad innamen, werden vier personen wegens
verraderij onthoofd: Jan en Lieven Willems, Lieven Boene en Everaard van
Botelaer.
Bij deze belegering verloren de Gentsche bakkers "eenen rebaude ende
twee taergen."
In het begin der XVIe eeuw was de stad nog niet groot, maar zeer rijk.
Zij telde honderden tapijtwerkers, wier voortbrengselen heinde en verre
gezocht werden. De grootste schilders van Antwerpen, Teniers en anderen,
leverden teekeningen voor den kunstigen arbeid. In het gasthuis
bewondert de reiziger nog twee groote muurtapijten, jachten met valken
voorstellende.
Frans I, koning van Frankrijk, stichtte in zijn land de eerste
tapijtweverijen. Hendrik IV riep uit Vlaanderen bekwame wevers, aan wie
hij bijzondere voorrechten verleende. Mark de Cooman en Frans van der
Plancke stonden aan het hoofd der werkzaamheden. Omtrent het jaar 1650
toog Jan Janssens, van Oudenaarde, ook naar Parijs. Vier jaren nadien
werd deze op zijne beurt "maitre tapissier du Roy."
Hedendaags telt Oudenaarde ternauwernood 6,000 inwoners. Den Donderdag van
elke week houdt men er eene belangrijke markt van landbouwvoortbrengselen.
De brouwerij is mede een voorname tak der plaatselijke nijverheid.
Dat Oudenaarde eens rijk was, blijkt uit de pracht zijner openbare
gebouwen.
[Illustration: STADHUIS VAN
|