at een hooge boom, die
een klein kruisbeeld draagt. De christen wandelaar ontdekt eerbiedig het
hoofd, en dankt inwendig ons Vlaamsche volk om zijne godsdienstige
overtuiging.
Eenige stappen verder vinden wij eene hofstede. Voor het woonhuis ligt
eene groote weide.
Ten jare 1821 poogde M. van Hoobrouck, van Mooregem, den wijnbouw te
drijven op de zuidelijke helling des bergs.
De oogst van 1827 was nog al bevredigend. Den 10 October kwam M. van
Doorn, destijds gouverneur van Oost-Vlaanderen, de teelt in oogenschouw
nemen en aanmoedigen. Nadat hij den eersten tros had afgesneden, vielen
de werklieden aan den arbeid. De eigenaar oogstte twintig stukken wijn.
Nochtans was hij naderhand gedwongen van de onderneming af te zien.
Maar het wordt stillekens avond. Moede geklommen en moede gekeken,
rusten wij eenige oogenblikken op het gras, en dalen dan den berg af.
De ondergaande zon werpt heure leste stralen over het landschap; lichte
wolkjes zweven in de lucht.
De wind schijnt ook moede te zijn van het spelen en dartelen, en houdt
zijnen adem in; de vogelen zingen hun slaapliedje onder de bladeren der
boomen.
Daar verdwijnt de zon...
Een dunne nevel drijft boven de velden.
Ginds zingt een klokje: _Ave, Maria!_
Eene geheimnisvolle kalmte heerscht omhoog en omlaag.
Wat is de kalmte streelend zoet,
Dat suizen en in sluimer zijgen,
Dat plechtig stil en stiller zwijgen,
Die rozenkleurige avondgloed!
't Is of de rust rondom ons henen
Een zachter inborst in ons stort;
't Is of ons harte ruimer wordt,
En wat er boos was, is verdwenen.
Een onbestemd en diep gevoel
Ontwaakt en trilt er in onze aren...
Wie mocht dien indruk nooit ontwaren?
Wien laat dat purprend Westen koel?
Nu zweven als op donzen schachten
Geliefde beelden om ons heen;
Nu wemelt droom aan droom dooreen,
En zielsgepeinzen en gedachten.
De ontroering grijpt ons in 't gemoed;
Haars ondanks wordt de ziel bewogen;
Er klopt een heimwee in ons bloed;
Soms wisschen wij een traan uit de oogen,
Onwetend wat hem drupplen doet.
XXVII.
Nog in het land van Ronse.
In het land van Ronse kan men nog eenige wandeltochten ondernemen, die
tevens schoon en leerrijk zijn: naar de Hooge heide en van den Daele's
bosch, langs den steenweg van Ellezele; -- naar St-Sauveur, langs de
baan van Leuze; -- naar Watripont, lang
|