christelijke jaartelling. Hij stierf den marteldood en werd door zijne
zuster Theodora begraven.
In het jaar 829 deed Gregorius IV de stoffelijke overblijfselen van den
heilige naar de St-Marcuskerk brengen. Talrijke wonderen lokten gedurig
nieuwe bedevaarders uit.
Lotharius, een kleinzoon van Karel de Groote, vroeg het lichaam van
Sint Hermes voor zijne staten, en bekwam het in 851.
Voorloopig bewaarde men den schat in de abdij van St-Cornelius, bij
Aken. De keizer stierf in 856. Zijn zoon en opvolger deed de reliquie
naar Ronse overdragen, waar zij den 6 Juli 860 toekwam.
Men stelde ze in de St-Pieterskerk. Later bouwde men, zooals wij reeds
weten, de St-Hermeskerk.
De fiertere van Ronse valt alle jaren op den feestdag van de H.
Drievuldigheid, anders gezeid op den eersten kermisdag der gemeente.
Voor de Fransche omwenteling was de ommegang bijzonder eigenaardig.
Uit al de omliggende dorpen uit Vlaanderen en Henegouw kwamen, vroeg in
den morgen, de beste ruiters naar de stad. De ruitersmis begon om zeven
ure.
Na de mis begaf men zich op weg door de Wijnstraat, zich richtende naar
Louisa-Maria, den Muziekberg, St-Sauveur, Watripont, Rozenaken, den
Hootond en de Kruisen.
Voorop gingen de gildebroeders van St-Sebastiaan, in het rood -- die van
St-Marten, in het zwart -- van St-Hermes, in het groen gekleed.
De nering der kleermakers volgde met haren standaard. Dan kwamen de
Zwarte Zusters met hunne leerlingen en de Zusters van het gasthuis.
De schoenmakers droegen de fiertere.
Voor hen stapte, traag en statig, een man, die twee groote bellen op
maat deed klinken.
Het magistraat en de ruiters sloten den stoet.
De mannen van Rooborst, in Vlaanderen, en van St-Sauveur, in Henegouw,
reden altijd voorop, omdat hunne voorzaten in 1724 zich manmoedig
verzetteden tegen eene bende struikroovers, die, in de nabijheid van
den Muziekberg, de overblijfselen van Sint Hermes wilden onteeren.
Aan de Begijnhofstraat gekomen zijnde, keerde de geestelijkheid naar de
kerk terug, terwijl de bedevaarders de Kruisstraat insloegen.
Niet verre van den Muziekberg draafden de ruiters van Rooborst en
St-Sauveur, met het pistool in de vuist, driemaal rond de reliquiekas.
Men toefde op Schoonboeke, bij Ellezele en bij St-Sauveur.
Op de grenzen van Watripont gebeurde er iets anders. Een van de
voornaamste ingezetenen dier gemeente kwam de wethouders van Ronse den
eerewijn aanbieden. Die van Ronse schonken den "notab
|