s?
XXVI.
Naar den Muziekberg.
Ten Noord-Oosten van Ronse rijst de Muziekberg. Daar gaan wij heden
omdolen en eene frissche lucht inademen.
Wij verlaten de Groote Markt en volgen de Gasthuisstraat, de
Biezenstraat en de Beekstraat. Verder loopt een kronkelende binnenweg
naar de hoogte.
De Muziekberg is, evenals de Hootond, 150 meters hoog. Een woud bedekt
het grootste gedeelte zijner kruin.
Hoor eens, hoe het windje door de bladeren ritselt, hoe de kerfdiertjes
gonzen, hoe de vogelen kweelen! Zie eens, hoe de warme stralen der zon
door het looverdak der boomen dringen en gouden strepen op den grond
tooveren!
o Woud, vol vrede en lommer,
Met diepe eerbiedenis
Betreden wij uw boorden,
Zoo rustig, groen en frisch.
Wij dwalen rond en luisteren...
En alles spreekt tot ons:
Het lied van vink en lijster,
Der bijen stil gegons;
Het wuiven van de twijgen,
Der bloemen heerlijkheid...
o Woud, wat zijt gij statig,
Vol ernst en majesteit!
Talrijke gangen en lanen doorkruisen het bosch. Jammer maar, dat men
alle oogenblikken een ondeugend plankje ziet hangen met de vermaning:
"Het is streng verboden hier door te gaan."
Van tijd tot tijd vinden wij eene open plaats, waar wij een prachtig
uitzicht hebben.
Op zulk eene plaats, in het midden van het bosch, staat een torentje,
uit etssteen opgebouwd en met eiloof begroeid.
Hier is het hoogste punt van den berg.
Het torentje is nagenoeg tien meters hoog. Het heeft tien ronde
kijkgaten en laat ons, over het struikgewas en geboomte heen, naar alle
zijden blikken.
Het panorama, dat wij aanschouwen, is wel zoo schoon als dat van den
Hootond. Maar wij beweren, dat het grootscher is, omdat de wilde natuur
in hare maagdelijke schoonheid hier een ruimer aandeel heeft.
In het Zuid-Westen ligt Ronse, met zijne torens, schouwen en daken,
langs alle kanten met hoogten en bosschen omringd. In het Oosten rijzen
de heuvelen, die naar Geeraardsbergen voortloopen. Elders gaat het oog
over bergen en dalen, over gehuchten en dorpen, over huizen en molens.
Daar treft het gefluit van eenen naderenden stoomwagen onze ooren. In de
diepte snelt hij kuchend voort, weldra verdwijnend in den onderaardschen
gang van het nieuwe dorpje Louisa-Maria.
Een gedeelte van den Muziekberg is hedendaags eene warande met bronnen,
waterleidingen en vijvers.
Niet verre van het reeds genoemde torentje sta
|