werd de worsteling met nieuwen
drift hernomen. Vijf krijgsbenden trokken uit Gent, zich richtende naar
verschillende gewesten, als wilden zij toonen, dat hunne stad machtig
genoeg was om over heel het graafschap te heerschen. Die stoutmoedigheid
had nochtans jammerlijke gevolgen; want terwijl de eenen voordeel
haalden, werden de anderen deerlijk geslagen.
Het was in die omstandigheden, dat de heer van Edingen -- _Enghien_ --
een neef van Vlaanderens graaf, op Zondag 7 Juli 1381 heel
Geeraardsbergen verwoestte. De ingezetenen werden om hals gebracht, de
huizen en de openbare gebouwen door het vuur verslonden.
Philip de Stoute teekende den 18 December 1385 een vredeverdrag, waarbij
alle oude voorrechten en vrijheden niet alleen aan Gent, maar ook aan
Kortrijk, Deinze, Rupelmonde, Hulst, Axel, Biervliet, Dendermonde,
Oudenaarde, Aalst, Ninove en Geeraardsbergen werden weergegeven en
bevestigd.
Ook in 1485 en 1491 werd een groot gedeelte van de stad verwoest.
Na de plunderingen der Geuzen stonden er nog honderd drie en zestig
bewoonbare huizen recht.
Geen wonder dan, dat Geeraardsbergen niet rijk is, aan oude gebouwen.
Zeer merkwaardig nochtans is de kerk van Hunnegem, deels in Romaanschen,
deels in Gothischen stijl opgebouwd. Zij wordt gebruikt door
Benedictijner nonnen, en werd gansch geschilderd door L. BERT-DE
L'ARBRE, den geachten voorzitter van het Davids-Fonds aldaar. Boven het
altaar bewondert men de vereering der H. Maagd; elders het leven van den
insteller der Benedictijnen of, zinnebeeldig, de alledaagsche bezigheden
der nonnen: het gebed, het onderwijs en de arbeid.
Op de Markt staat de kerk van Sint-Bartholomeus, een Gothisch gedenkstuk
uit de laatste jaren der XVe eeuw. De predikstoel is een schoon
gewrocht, gesneden door DEVILLE. Onlangs heeft M. BERT den tempel
prachtig versierd. De edelmoedige kunstenaar schilderde eigenhandig, ter
eere Gods, het koor en de beuken in 1896.
Den 16 Juli 1515 bracht men, uit "de prochie van sente Martenslierde,
zekere reliquien van den heylighen Bertolomeux, om die in de
prochiekercke" van Geeraardsbergen te stellen, te verheffen en te eeren.
De kas, waarin men die kostbare overblijfselen bewaart, is een zilveren
juweel van groote waarde.
Voor de Fransche omwenteling bezat Geeraardsbergen eene vermaarde abdij,
toegewijd aan St-Adriaan. Zij dagteekende van het jaar 1081 en stond
tusschen de Bergpoort en de poort van Boelare. De monniken besteedden
hunnen tij
|