nuwachtig
waren. De oude jood stond te grinniken in de deur van den muffen foyer
en hield hoogdravende redeneeringen over ons beiden, terwijl wij als
kinderen elkaar stonden aan te zien. Hij hield vol mij altijd door "My
Lord" te noemen, zoodat ik Sybil moest verzekeren, dat ik volstrekt
geen aanspraak had op dien titel. Toen zei ze heel eenvoudig-weg:
--U lijkt meer op een prins. Ik zal u Prins Charmant noemen.
--Op mijn woord, Dorian, Miss Sybil kan goed complimentjes maken.
--Je begrijpt haar niet, Harry. Ze beschouwde me als iemand uit een
van haar stukken. Ze kent niets van het leven. Ze woont met haar
moeder, een verlepte vrouw, die Lady Capulet speelde in een soort van
magenta-rooden peignoir, en er uitziet of ze betere dagen gekend
heeft.
--O, dat ken ik. Zoo iets maakt me akelig, murmelde Lord Henry, naar
zijne ringen turend.
--De jood wou me haar geschiedenis vertellen, maar ik zei, dat het me
niet schelen kon.
--Je hadt groot gelijk. Daar is altijd ontzettend veel vulgaire in de
tragedies van andere menschen.
--Sybil is het eenige waar ik om geef. Wat kan het mij schelen! waar
zij vandaan komt. Van haar hoofdje tot haar voetjes is zij volmaakt
hemelsch. Iederen avond ga ik haar zien spelen en iederen avond is zij
verrukkelijker.
--O, is dat de reden, dat je tegenwoordig nooit meer met me dineert.
Ik dacht, dat je iets heel interessants om handen had. Dat heb je nu
ook wel, maar het is toch niet wat ik verwachtte.
--Maar Harry, iederen dag lunchen en soupeeren we toch samen, en ik
ben heel dikwijls naar de opera geweest met je, zei Dorian, met
verwondering in zijn blauwe oogen.
--Je bent altijd verschrikkelijk laat.
--Maar ik moet Sybil gaan zien, riep hij, al is het dan ook een acte.
Ik smacht naar haar tegenwoordigheid en als ik denk aan de wondere
ziel, verborgen in dat kleine ivoren lichaam, voel ik een eerbiedige
vrees in me.
--Je kunt van avond toch wel met me dineeren, Dorian, niet waar?
Hij schudde het hoofd.
--Van avond is zij Imogen, antwoordde hij, en morgen Juliet.
--Wanneer is zij Sybil Vane?
--Nooit.
--Ik feliciteer je.
--Je bent afschuwelijk. In haar zijn al de heldinnen van de wereld
vereenigd. Zij is meer dan een persoon. Je lacht, maar ik verzeker je,
dat zij een genie is. Ik heb haar lief en ik moet maken, dat zij mij
ook lief krijgt. Jij, die alle geheimen van het leven kent, zeg me hoe
ik Sybil Vane daartoe moet betooveren. Ik wil Romeo jaloersch
|