kers, bewonderen, al spelen
en al blomkes trekken op het kerkhof; zij zullen 't malkaar toogen en
wijzen met den vinger, zonder het te durven genaken of de aarde stooren
waarover 't zal geplant staan.
Elk ende een had nu zijne plaatse gevonden in de eenvoudige
landsprocessie, die ging aanvang nemen. Noch en waren die kruisen van
gevlochten strooi vergeten gebleven, die, aan de hoeken van de straten
geleid, als eenzame bedelaars den voorbijgaanden Christene eenen
"Weest-gegroet" voor aalmoese vragen. Het lijk wierd opgeheven en met de
voeten kerkwaards gekeerd. Moeder kwam te voorschijn, met de overige
familie, om ons te volgen; en Vader zelve, den oogenblik dat het op
scheiden aankwam, stond op, vestte zijne oogen staal op de kiste,
wenschte zijn kind, en ons te zamen, den alderdroevigsten "God beware
u!" en traagzaam gingen wij van 't hof, onder de geleide van 't
bloeiende, blinkende Kruis.
Dood was de stam van dat Kruise, en de winden
voerden -- waar wete ik? -- het speelzieke loof!
Nooit en zou 't blommen noch blaren meer vinden,
nooit,... als in d'handen van 't Christen Geloof.
Dood was het hout, maar het hout moest herleven:
dood was zijn blad, maar de Christene Maagd
had het een blad en een blomme gegeven,
schoonder en beter als 't levende draagt:
blom van Geloof, dat de ziel niet kan sterven,
blomme van Hope op een zalig Hierna;
blomme van Liefde, die alles kan derven,
laat g'haar het Kruis, want het Kruis is gena!
Kruis, waar een God heeft zijn bloed op vergoten;
kruis, dat den Satan hebt nedergeveld;
kruis, dat de poorten der helle gesloten,
kruis, dat den Hemel hebt opengesteld;
kruis, te vergeefs door de wereld bevochten,
treedt, als banniere, de lijkvaart in top:
kruis met de Christene blommen bevlochten,
treedt als banniere, wij volgen U op!
Is 't door de Helle, -- de Helle zal zwichten;
is 't door het sterven, -- het sterven is _niet_,
niet als het uitgaan der slapende lichten,
als weer de zonne in de renbane schiet;
is 't door die zee van kleenhertige slaven,
die maar het Kruis aan 't gewicht ervan kent;
is 't door de zee van de wereld, de haven
staat en verwacht ons, met 't Kruise eromtrent:
is 't door de blijdschap of is 't door het lijden,
valt er te worstelen, valt er te strijden,
hem zal de borstweer, het Kruise, bevrijden
tegen 't geweld en het storremgebons:
hem, die voor 't Kruise, en met
|