hen de eene
schim en de andere.--CHARON: En wat denk-je wel dat er gebeurt wanneer
dikke gouverneurs, fanfarons en ijzervreters aankomen?--ALASTOR: Wel,
als er een van dezen in een echten oorlog sneuvelt, dan komt er geen een
bij u. Want naar men zegt vliegen dezen regelrecht ten hemel.--CHARON:
Waar ze heen vliegen weet ik niet, maar dit alleen weet ik wel dat, zoo
dikwijls er oorlog is, er zooveel gewonden en verminkten tot mij komen
dat ik me verwonder, hoe er in de bovenwereld nog een enkele over kan
zijn. En niet alleen komen ze tot mij met haarpijn en met vette
hangbuiken, maar ook met bullen, met priesterambten en allerlei andere
zaken.--ALASTOR: Maar dat alles brengen ze toch niet mee bij u; ze komen
toch naakt hierheen?--CHARON: Daar heb je gelijk in. Maar die zoo pas
aankomen, brengen toch de droombeelden van al dergelijke dingen
mee.--ALASTOR: En maken die droombeelden hen dan nog zoo zwaar?--CHARON:
Ze verzwaren mijn boot. Wat zeg ik: verzwaren? Ze doen haar haast
zinken. En dan, denkt ge dat zooveel muntstukken[3] geen gewicht
hebben?--ALASTOR: Nou, dat zou ik denken, als ze kopergeld
meebrengen.--CHARON: Daarom ben ik dan ook van plan rond te zien naar
een boot die sterk genoeg is voor zulke vrachtjes.--ALASTOR: Jij
geluksvogel!--CHARON: Hoe dan? ALASTOR: Wel, omdat je eerstdaags
schatrijk zult worden.--CHARON: Wegens de menigte van
schimmen?--ALASTOR: Ja!--CHARON: Dat zou het geval zijn als ze hun
bezittingen meebrachten. Maar nu brengen zij die in mijn boot zitten te
jammeren, dat ze in de bovenwereld hun vorstendommen, hun landvoogdijen,
hun abdijen, hun schatten aan geld hebben moeten achterlaten, niets mee
dan hun muntstukje voor 't veergeld. En zoo moet 't geen ik gedurende
drieduizend jaren bijeengegaard heb, door mij worden uitgegeven voor een
schuit.--ALASTOR: Je moet een spierinkje uitwerpen om een kabeljauw te
vangen.--CHARON: De menschen drijven tegenwoordig vrij wat voorspoediger
handel, daar zij, wanneer Mercurius hen wat begunstigt, binnen drie
jaren rijk worden.--ALASTOR: Ja, maar ze gaan ook vaak failliet. Uw
winst is kleiner, maar ook zekerder.--CHARON: Ik weet niet waarom ge zoo
zegt: zekerder. Als er nu eens een godheid opstond om de zaak tusschen
de vorsten bij te leggen, dan was mijn heele buitenkansje naar de
maan.--ALASTOR: Nu, ik geloof dat je, wat dit betreft, heel gerust op
beide ooren kunt slapen. In tien jaren tijds behoeft men niet voor een
vrede bang te wezen. Alleen de paus z
|