FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33  
34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   >>   >|  
voorraad, dat ik niet van mening ben dien te volgen; ten ware hy, onverhoopt, met myn reeds genomen besluit overeenstemde. En nu, myne zeer statige, zeer hoogwaardige Vriendin, zult gy my vragen: "waarom, indien dit zo is, of ik dan uwen raad verzoek"? Dat zal ik u zeggen, Naatje. Ik schryf aan u, om myn hart te ontlasten; om u in staat te stellen van te kunnen oordelen over myn lastig lot, op dat gy, den stap dien ik ga doen, al niet goedkeurende, dien echter zoudt kunnen inschikken. Een stap mooglyk, onvoorzichtig; doch voor my nodig. Gy hebt al myn vertrouwen, om dat gy alle myne achting hebt, en elk die u acht is zeker niet verachtelyk, om dat gy zulk een fraai karakter hebt, enz. Ik moet kort zyn. Maar by Tante heb ik het zo slegt, dat ik er niet langer blyven kan of wil. Raad my dit niet af. 't Is wel waar, Naatje, dat gy zo wel veel wyzer als veel ouder zyt dan ik; maar gy zyt echter niet wyzer dan Salomon, de wyze Koning Salomon zou ik denken, ende wat zegt zyne Philosophische Majesteit ergens? "Het is beter te wonen aan de zyde des Daks, dan by eene kyvende "Huisvrouw". Hoe kan ik nu langer wonen by eene Tante, die, schynt het, eene belofte gedaan heeft, om my zo veel bitterheid aan te doen, als Vrekheid en Dweepery maar immer kunnen opbaggeren.... Daar schreeuwt zy alweer haar keel uit het lid. "Ja Tante, ik kom." Eerst echter deezen agter 't slot. Zo dra ik kan zal ik een tweeden Brief beginnen, ik moet u eindelyk voldoen omtrent zaken, my, voor ik u kende, ontmoet. Vaarwel, myne waarde. S.B. Noot: [1] 2 Sam. XV, 12 vv. 2 Sam. XVI, 23. -- Vert. Kuenen c.s. VYFDE BRIEF. DE ZELFDE. Ten vervolge. Ik moest mynen vorigen brief, die hier nevens gaat, zo schielyk afbreken, om dat Tante my riep, schoon zy my niets te zeggen hadt, en slegts beval, by haar te zitten: Onze gromparty sla ik maar over, om dat ik u nu eens ernstig moet schryven. Myn waarde Vader, weet gy, was Jan Burgerhart; hy negotieerde in de Thee; zyn handel was voordeelig. Myne lieve Moeder was, zo als men dat noemt, een bestorven meisje[1]. Zy hadt een stuiver goeds, en trouwde zeer jong. My, het eenig kind, voedde men op als een meisje, dat van eene goede familie is, en geld te wagten heeft, door brave Ouders opgevoed wordt. Gy kent myn aandoenlyk hart; gy weet hoe vatbaar het is voor de minste blyken van genegenheid; oordeel dan hoe ik deeze myne dierbare Ouders eerd
PREV.   NEXT  
|<   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33  
34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   >>   >|  



Top keywords:

echter

 

kunnen

 

waarde

 
Salomon
 

langer

 
zeggen
 

Naatje

 

Ouders

 
meisje
 
vatbaar

Kuenen

 

vorigen

 
aandoenlyk
 
vervolge
 
minste
 

ZELFDE

 

blyken

 

omtrent

 

voldoen

 
dierbare

eindelyk

 
beginnen
 

tweeden

 

ontmoet

 

genegenheid

 

oordeel

 
Vaarwel
 
Burgerhart
 

ernstig

 

schryven


trouwde

 

negotieerde

 

stuiver

 

Moeder

 

handel

 

voordeelig

 

gromparty

 
schielyk
 

afbreken

 

wagten


opgevoed
 

nevens

 
bestorven
 
schoon
 
familie
 

zitten

 

voedde

 
slegts
 
goedkeurende
 

inschikken