handel, de koloniale uitbuiting en de bloei der
manufaktuur een ongekend-snelle kapitaal-akkumulatie ten gevolg hadden;
--waar de krachtige ontwikkeling der produktiewijze een deel der burgerij
tot grootburgerlijk bezit en grootburgerlijke levensvormen tilde maar ook
het proletariaat deed aanzwellen en de vroegere, betrekkelijk geringe
kloven tusschen de stedelijke klassen zich haast plotseling tot afgronden
verdiepten,--daar kon het kalvinisme den staat niet blijven beheerschen,
de maatschappij niet blijven doortrekken met engen, onverdraagzamen,
puriteinschen geest. Die geest was in tegenspraak met de eischen en
behoeften van het grootburgerlijk leven. Het moest zich vergenoegen, in
Holland als in Engeland, met eene in het spel der krachten te zijn die
het karakter eener maatschappij bepalen, en den godsdienst der lagere
klassen te blijven, den godsdienst van kleinburgers, handwerkers,
visschers en boeren.
Het meest waardevolle element uit de kleine burgerij, de gezeten
handwerkersstand, maakte in Geneve de ruggegraat der bevolking uit,
en wegens het overheerschend kleinburgerlijk karakter der stad kon
het kalvinisme er ongestoord doorwerken. Zij miste de voorwaarden tot
onstuimige ekonomische ontwikkeling en grootkapitalistische expansie.
De stad lag ver van de zee en van bevaarbare rivieren, aan de zuidpunt
van een groot meer: deze ligging maakte, dat de oude productie- en
levensverhoudingen zich er langen tijd bestendigen konden. Hoogstens
was zij aangewezen, om een centrum van den lokalen handel te zijn.
Van kleinbedrijf en handwerk bleef zich de massa der burgerij geneeren,
en de krachten ontbraken hier, die elders de wig dreven in hare
gelijkvormige massa.
Onder de ambachten was er een, van oudsher inheemsch in Geneve, van
bijzonder karakter zoowel door de groote kunstvaardigheid die het
eischte als door den hoogen welstand dien het verschafte. Dat was
de horlogemakerij. Haar beoefenaars vormden het puikje van den
handwerkersstand, gezeten burgers waren zij, aan aanzienlijke geslachten
der stad vermaagschapt, en ook goede patriotten en mannen van kennis en
beschaving, op wier werktafel, naast de fijne instrumenten van hun
beroep, de geschriften van Tacitus en Plutarchus lagen.
De horlogemakerij werkte natuurlijk grootendeels voor den uitvoer.
Zij verbond de stad, zoo geisoleerd door godsdienst en regeeringsvorm
tusschen haar naburen, aan de wereld daarbuiten. In de schommelingen
die dit bedrijf--toen veel
|