n hield van muziek, evenals zijn broers en zusters. Dat was
nog een zeldzaamheid in Geneve, waar de trieste godsdienst lang alle
kunsten had onderdrukt.
Zijn beroepsverwisseling, hoe kort van duur ook: hij keerde spoedig
terug tot het vaderlijk ambacht, was niet geschikt hem bij de
autoriteiten in een goed blaadje te brengen. Trouwens ook zijn verder
gedrag niet. Een paar maal kreeg hij twist met jonge vreemdelingen en
toonde zijn prikkelbaren en hooghartigen aard. Hij huwde laat met een
burgerdochter van goeden huize en tamelijken welstand. Suzanne Bernard
heette zij; haar geslacht, dat van het platteland om Geneve stamde,
bezat sedert meer dan een eeuw burgerrecht in de stad. Haar vader
was jong gestorven, hij liet de herinnering na aan verscheiden
liefdesgeschiedenissen van de soort die de kerkeraad niet tolereerde,
en de roep van een ontvlambaar en lichtzinnig mensch. Het meisje kwam
bij haar oom, een predikant, een geletterd man dus, die haar zorgvuldig
en blijkbaar in weinig bekrompen geest opvoedde. Zij kon zingen en
zichzelve begeleiden, zij had veel gelezen, voornamelijk zeventiende-
eeuwsche romans, ook maakte zij wel gedichten. Begaafd en levenslustig,
daarbij bijzonder bekoorlijk, viel 't haar niet licht zich in de tucht
van Geneve te schikken, en de strenge zederechters in den kerkeraad
gingen haar gangen zorgvuldig na. Hun kwam eenmaal ter oore, dat het
jonge ding, als boerin verkleed, een theatertje in de voorstad had
bezocht, waar op marktdagen kluchten vertoond werden; een ander maal,
dat zij wel bezoek kreeg van een gehuwd, adelijk heer. Het een noch het
ander was oorbaar in Geneve: het meisje moest tot rede worden gebracht.
Maar zij voelde zich, had veel temperament, was welgesteld en
onafhankelijk. Lang stribbelde zij tegen, loochende de feiten; ten slotte
gaf zij zich over, deed wat men van haar verlangde: zoo ging het altijd.
Isaac Rousseau en Suzanne Bernard hadden elkaar liefgehad van af hun
prilste dagen, de neiging tot elkaar reikte even ver terug als hun
herinnering. Waarom huwden zij pas, toen beider jeugd voorbij was? Wij
weten het niet. Evenmin, waarom Isaac kort na de geboorte van hun eerste
kind zijn vrouw verliet en naar Konstantinopel trok als horlogemaker van
den Sultan. Misschien waren hun omstandigheden moeilijk; het vaderlijk
erfdeel was niet groot geweest; en er was oorlog. Misschien dreef hem,
gelijk zoovelen, de zwerflust.
Na zes jaar keerde hij terug: zijn vrouw was hem tro
|