Auvergne; de Franschen noemen het met groote ingenomenheid "une des
plus curieuses du monde". Zonder hen dit na te zeggen, want de heele
wereld heb ik niet gezien, geef ik hun gaarne toe dat het bijzonder
mooi is. 't Geen er vooral aantrekkelijk van is, is het neerzien op de
uitgebrande vulkanen van de bergketen, met hunne kraters, zoo duidelijk
zichtbaar, en op de zoo even reeds besproken lavastroomen. De geheele
vlakte van Limoges ligt voor ons, noordwaarts schijnt zij onbegrensd;
naar het oosten toe loopt ze op tegen de hoogten van Forez. Men zegt
dat bij gunstig weder de Mont-Blanc van hier zichtbaar is,--maar ik
had het genoegen niet. In het Zuid-oosten de bergen van Livradois
en de ketens van Velay. Zuidelijk de omtrekken van de Mont-dores en
westelijk de granietruggen van Limousin. Noordwaarts omlaag ziende,
heeft men vlak aan zijne voeten een ouden krater, de Nid de la Poule;
rechts den Puy de Dome, de groote en de kleine Suchet, en weer meer
links den Puy Pariou en den Puy des Gaules, waarvan men duidelijk de
vroegere krateropeningen waarneemt. Men denke zich echter daarbij geen
woest tafereel en geene wildernis; de vulkanen zijn allen met gras
begroeid, hier en daar met boschpartijen; de valleien zijn akkers en
de kraters vruchtbare weiden. Dat men aan een dier kraters den naam
van het hoendernest gaf, komt zeer begrijpelijk voor. De wetenschap
kan hier van vulkanen en kraters spreken; de toerist heeft voorloopig
nog het geloovig toekijken.
Ik bleef nog lang boven, om goed thuis te komen in de verschillende
toppen en hunne onderlinge ligging.
Bergafwaarts volgde ik denzelfden weg tot aan Le Font de l'Arbre,
maar stak daar den straatweg over in de richting van Fontanat,
een schilderachtig dorpje, waar ik geene levende ziel tegenkwam en
daarom met te meer aandacht de aankondigingen van het gemeentebestuur
las, voorschrijvende dat men rechts moest loopen en dat rij- en
voertuigen niet draven mochten. Waarschijnlijk maakte die gemeente zich
weerbaar tegen auto's. Voorbij Fontanat werd de weg zeer lommerrijk
en in de nabijheid van Royat, langs de oevers der Tiretaine, zeer
schilderachtig; hier en daar watervalletjes, prachtige boomgroepen,
kastanjes vooral, frissche boomgaarden, heerlijk groen en diepe
schaduw.
Royat is een der sierlijkste badplaatsen van hoog-Auvergne. Van
Fontanat afdalende, komt men eerst in de oude stad, beroemd om zijne
vestingkerk. Omstreeks de 13de eeuw werd zij tot eene versterking
|