de
steile berghelling is ontzettend ruw; groote en kleine rotsblokken
betwisten elkander hunne plaats; hier en daar bergpuin, waarin men
getracht heeft op aangelegde terrassen wijn aan te planten; maar alles
is verdord, en gedeeltelijk weer onder nastortend bergpuin begraven.
De kleur der rotsen is donker roodbruin; ze zijn allen in den vorm van
uitgesmolten slakken; er staan ruggen van steen uit de berghelling op
als reuzenhanenkammen, en die ruggen dragen ook de kenteekenen van in
vuurgloed gevormd te zijn. 't Is ontzagwekkend en somber. Men gelooft
in een heksen brouwketel beland te zijn en geen wonder, want we hebben
hier te doen met een lavastroom, die uit een der omringende Puys, of
misschien uit een verdwenen vulkaan naar dit dal vloeide. Het verloop
van eeuwen heeft hier nog weinig doen verweeren; wat hoogerop wel, waar
men tal van dorpen vindt in zeer vruchtbare omgeving. Bij een draai in
den straatweg heeft men een aardig kijkje op het dorpje Cheix met zijn
landelijk torentje en op het gehucht St. Pierre Colamme; iets verder
verheft zich op eens uit het groen de helling van den Puy St. Pierre,
waarin men dadelijk de grottenwoningen ontdekt. Deze woningen zijn
uitgekapt in de bazalttuf, waaruit de berg gedeeltelijk bestaat; ze
zijn tot 30 en 40 m. boven elkaar aangebracht; thans zijn er nog 60
holen; door het voortdurend afstorten van den bergwand zijn er echter
veel verwoest en nog meer begraven. De holen zijn in een moeielijk
aan te wijzen tijdperk door menschenhanden gemaakt,--misschien zijn
ze wel uit het voor-historische tijdperk,--en zij werden eeuwen lang
bewoond. De uitgekapte paden, die de verdiepingen onderling verbinden,
dagteekenen waarschijnlijk uit de middeneeuwen. In de rots ziet men
hier en daar nog sporen van leuningen, die ook in de rots uitgehouwen
zijn; in dienzelfden tijd werd er ook een soort van ridderburcht
uitgekapt, met een kapel (de muurschilderingen komen mij verdacht
voor), een keurige wenteltrap is vooral merkwaardig. In de grotten en
in de omgeving heeft men eenige oudheden gevonden, vooral munten en
enkele beeldjes. De grotten zijn nu staatseigendom en worden sedert
een twintigtal jaren wetenschappelijk onderzocht, tot nu toe zonder
belangrijke uitkomsten; men begint er wel achter te komen wat het
niet geweest is, maar verder is men nog niet. Sommigen zeggen dat
de ridderburcht met de wenteltrap en de kapel het werk zijn van
tempelridders, die na de vernietiging hunner orde hierh
|