ulsel van den
kegel, een koek van ongeveer 80 KM. middellijn, waarvan de gezamenlijke
Cantalbergen nu de overblijfselen zijn. De koek is ongeveer 1000 meter
dik en bestaat uit eene groote verscheidenheid van lavagesteenten.
Dat alles was niet het werk van een dag; de vulkaan had langdurige
tijden van rust, gedurende welke zich een weelderige plantengroei
op zijne hellingen ontwikkelde. We bespraken dat reeds bij het
bezoek aan de bergvlakte van Mongudo. Dergelijke overblijfselen
worden op tal van plaatsen in Cantal gevonden. Daarna volgden de
uitbarstingen, die als vaste rotsen op de hellingen afkoelden:
het zijn de tegenwoordige Puy's, waarvan we enkele beklommen. Eene
derde reeks van uitbarstingen volgde, om weder andere rotsgevaarten
te vormen, tot eindelijk de vulkanische werking zich in eene vierde
reeks van uitbarstingen uitputte, en de licht vloeibare bazalt langs
alle zijden af deed stroomen; deze laag bazalt bedekte niet alleen de
vroegere lavagesteenten, maar ook de voor deze bestaande terreinen,
zoomede de heuvelen in wijden omtrek. Daaraan hebben de vlakten in
Cantal, bijv. de Planeze, haren oorsprong te danken.
Nadat de vulkanische werkingen opgehouden hadden, stortte de
hoofdkrater in en was de woeste massa verder aan de invloeden van den
dampkring onderworpen. De vervorming ging toen langzaam maar even zeker
voort. Groote sneeuwvelden bleven op de bergtoppen liggen en stortten
neer langs de hellingen, alles hullende in een vervaarlijk ijskleed,
dat aan geheel Cantal en Auvergne een aanzien gaf als nu bijv. in
Alaska. Men vindt overal onbetwistbare sporen van een ijstijdperk;
afgeronde heuvelbulten, ijsgleuven in de rotsen; opeenhoopingen van
bergpuin aan weerszijden van vroegere gletscherbanen; ontzettende
zoogenaamde zwervende rotsblokken. De gletschers moesten echter ook
hunne heerschappij opgeven; hun gebied werd steeds kleiner, en wilde
waterstroomen ploegden de tegenwoordige dalen in de berghellingen. Nog
eens behaalde het ijs de overhand en verzamelde zich nu meer in de
dalen; van dit laatste gletscher-tijdperk was de mensch getuige, en het
land nam langzamerhand de vormen aan, die het nu ongeveer nog heeft.
Toen ik daar op den Puy Mary stond en in de berg- en dalvormingen om
mij heen zoo duidelijk voor mij zag wat de geologen leeren, stond
het bij mij vast, dat ik zou trachten eene korte beschrijving te
geven van de wordingsgeschiedenis dezer streek, tevens de algemeene
type van andere bergv
|