FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98  
99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   >>   >|  
voor deze geschiedkundige vraagstukken. Een talloos visschenheir toch trok zijn oogen, en als er visschen voorbij ons zwommen, dan behoorde Koenraad, in zijn lust tot ordenen en rangschikken als verzonken, niet meer tot deze wereld. In dat geval moest ik hem gewoonlijk maar volgen, en met hem onze ichthyologische studien voortzetten. Over het algemeen verschilden die visschen van den Atlantischen Oceaan weinig van die wij reeds gezien hadden. Het waren roggen van reusachtige gedaante, vijf meter lang, en zoo sterk, dat zij boven water konden uitspringen; haaien van verschillende soort, onder anderen een van vijf meter lang met driehoekige, scherpe tanden; steuren, zeepalingen en andere visschen. Terwijl wij die verschillende soorten van dieren zaten te bekijken, liet ik niet na de groote vlakte van Atlantis te beschouwen. Soms noodzaakten grillige verhevenheden van den grond den Nautilus om zijn snelheid te minderen, en dan gleed hij met de behendigheid van een visch tusschen de dicht bij elkander liggende heuvels door. Indien hij door dit doolhof niet kon heenkomen, verhief de Nautilus zich als een luchtballon, en wanneer hij over dien hinderpaal heen was, hervatte hij zijn snelle vaart op eenige meters boven den bodem. Het was een bewonderenswaardige en aangename vaart, die aan een luchtreis deed denken, met dit onderscheid evenwel, dat de Nautilus volkomen aan het roer gehoorzaamde. Tegen vier uur des namiddags veranderde de grond een weinig; tot nog toe was hij met een dikke laag slijk en met tot erts geworden takken bedekt; nu werd de bodem rotsachtiger en scheen bezaaid met tufsteen, eenige brokken lava en zwavelachtige bestanddeelen. Ik dacht, dat de bergstreek dus weldra op de groote vlakten zou volgen, en door zekere wendingen van den Nautilus zag ik ook inderdaad, dat de zuidelijke gezichteinder door een hoogen muur begrensd was, die elken uitgang scheen af te snijden. De top van dien berg stak zeker boven de zee uit. Het moest een vast land zijn, of ten minste een eiland, hetzij een der Canarische, hetzij een der Kaap-Verdische. Daar men, misschien om bijzondere redenen, de zonshoogte niet genomen had, wist ik niet juist waar wij ons bevonden. In allen gevalle scheen het mij toe, dat die bergmuur de grens van Atlantis vormde, van welk land wij evenwel nog slechts een klein gedeelte bezocht hadden. De nacht brak mijn waarnemingen niet af. Ik was alleen gebleven, want Koenraad was naar zijn hut gega
PREV.   NEXT  
|<   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98  
99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   >>   >|  



Top keywords:

Nautilus

 
scheen
 
visschen
 

hadden

 
weinig
 
Atlantis
 
groote
 

verschillende

 

hetzij

 

Koenraad


evenwel
 

eenige

 

volgen

 

vlakten

 
inderdaad
 
namiddags
 

rotsachtiger

 

zekere

 

gehoorzaamde

 
wendingen

veranderde
 

zwavelachtige

 

bestanddeelen

 

tufsteen

 
brokken
 

bezaaid

 

bergstreek

 
takken
 

geworden

 
bedekt

weldra
 

bergmuur

 

vormde

 

gevalle

 

bevonden

 
slechts
 

gebleven

 

alleen

 

waarnemingen

 
bezocht

gedeelte

 

genomen

 

zonshoogte

 

snijden

 
uitgang
 

hoogen

 

gezichteinder

 
begrensd
 

misschien

 

bijzondere