e poort; en 400 meters breed, van het Noord-Oosten naar
het Zuid-Westen, tusschen de Kanunnikpoort en de Rijselsche poort.
Het grafelijk kasteel stond destijds in den Noord-Oostelijken hoek, bij
den oudsten Broeltoren, tusschen de Lei, den wal der stad en de kerk van
O.-L.-Vrouw.
De vergrootingen van Kortrijk gebeurden na 1386, door het delven der
kleine Lei; -- na 1453, door de inlijving van Overbeke, buiten de
Steenpoort; -- na 1577, door de versterking van Overlei.
Toen Philip de Stoute de wethouders machtigde om de kleine Lei te
graven, liet hij ook, bij de huidige Vischmarkt, een nieuw kasteel
bouwen. Dit slot had zes torens en een grootsch voorkomen.
Omtrent het midden der XVIIe eeuw maakten de Franschen zich meester van
de stad. Waar nu de Esplanade is, braken zij twee kloosters en ruim 300
huizen af. Tusschen de Esplanade en de Lei bouwden zij in 1647 eene
vesting, voorzien van bolwerken en verschansingen.
In de laatste zestig jaren heeft Kortrijk een nieuw uitzicht gekregen.
Men vindt er verscheidene nieuwe wijken, met sierlijke lanen en breede,
goed verluchte straten. De breedste straten kregen twee reeksen schoone
boompjes.
Kortrijk was meer dan eens het tooneel van gewichtige gebeurtenissen.
Iedereen weet te spreken van den slag der Gulden Sporen, geleverd den 11
Juli 1302. Gedurende de worsteling schoten de Franschen uit het kasteel
het Begijnhof en eenige huizen aan de Markt in brand.
Tachtig jaren nadien legden de overwinnaars van Roosbeke de stad in
asch. Eene belasting op het bier en den wijn moest dienen om de gemeente
uit hare puinen te doen oprijzen.
In 1539 spanden Gent en Kortrijk samen tegen Karel V. Deze kwam uit
Spanje en strafte beide steden.
De XVIe eeuw was een tijd van jammerlijke woelingen, van rooverijen en
bloedstortingen. Van den 12 Februari 1578 tot den 27 Februari 1580
zetelden de Geuzen op het stadhuis, al de kloosters verwoestende, al de
kerken plunderende.
De grootste helft der XVIIe eeuw was almede een droevig tijdperk. De
Franschen overrompelden de stad in 1667 en in 1683. De gemeente kwam van
lieverlede tot zulke armoede, dat een groot deel van de inwoners de
vlucht namen.
Nog rampzaliger waren de laatste jaren der XVIIIe eeuw, wanneer men,
zooals CONSCIENCE aanmerkt, niets meer eerbiedigde: noch godsdienst,
noch zeden, noch eigendom, noch wetten der menschelijkheid.
[Illustration: KORTRIJK. -- DE BROELTORENS.]
Eene bulle van Eugenius IV, van 1434,
|