sen en wolven hadden daar hunne schuilplaats. Tusschen Volkegem en
Eename wijst men den reiziger nog den Wolvenberg aan. Meer dan eene
gemeente heeft eene Wolvenstraat of eenen Wolvenhoek.
Nu en dan gebood men klopjachten, ten einde de wolven onschadelijk te
maken. Zoo lezen wij in _de kleine Keurboeken_ der stad Kortrijk (1586):
"Also myn heeren de hoochbailliu deser stede, metgaders de hoochpointers
ende vryscepenen van de cassellerie van diere, gheinformeert zyn van de
groote ende onsprekelicke schade, die de wolven in alle de prochien de
aerme landlieden zyn doende... zo eyst, dat zy goed ende expedient
ghevonden hebben woensdaghe naest, metgaders noch de drie woensdaghen
naervolgende, te doen eene generale jacht in elke prochie van de
voorseyde cassellerie, opdat door zulk middel de voorseyde wolven
zouden moghen aehterhaelt ende betrapt worden, immers ten minste
verjaecht uit deze contreye."
In het Ambacht van Veurne breide men het volgende jaar "wulvenetten."
Verder betaalde men verscheidene "weynaers," die, zegt de
kastelnijrekening, "wulven ghevanghen hadden."
Talrijke spoorwegen doorsnijden de Vlaamsche Ardennen, en zullen onze
uitstapjes vergemakkelijken. Het zijn: de baan van Kortrijk naar
Oudenaarde, langs Stassegem, Deerlijk, Vichte, Ansegem, Elzegem en
Petegem; -- de baan van Kortrijk naar Ronse, langs Zwevegem, Moen,
Avelgem, Orroir, Amougies en Rozenaken of Russignies; -- de baan van
Oudenaarde naar Gent, langs Eine, Heurne en Asper; -- de baan van
Oudenaarde naar Zottegem, langs Eename, Munkzwalm en Rooborst; -- de
baan van Oudenaarde naar Ronse, langs Etikhove; -- de baan van
Oudenaarde naar Avelgem, langs Melden, Berchem en Ruien; -- de baan van
Ronse naar Zottegem, langs Opbrakel, Nederbrakel en Michelbeke; -- de
baan van Zottegem naar Geeraardsbergen, langs Erwetegem, Maria-Lierde en
Hemelveerdegem; -- de baan van Ronse naar Lessen, langs Ellezele en
Vloesbergen; -- de baan van Lessen naar Geeraardsbergen.
Van Oudenaarde naar Ronse stoomende, komt men door eenen onderaardschen
gang, die 420 meters lang is.
III.
Kortrijk.
Kortrijk, gelegen op de twee oevers der Lei, heeft eene uitgestrektheid
van ruim 2115 hectaren, deels in bebouwden, deels in onbebouwden grond.
De eerste keure, aan de gemeente verleend, is van 1190.
Nochtans was de eigenlijke stad, voor 1386, niet groot. Zij was 600
meters lang, van het Noord-Westen naar het Zuid-Oosten, tusschen de Lei
en de Doorniksch
|