FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82  
83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   >>   >|  
ls ze dof in de klakke sleerden. En Rik zijn hoofd gloeide stilaan van ongemeene koortse, en zijne vingeren, die weer aan 't schefferen waren in dien rijkdom, bibberden van ongeduldigheid. En hij lispelde: --Al 't mijne.... Hij sprong meteen op en zijn gelaat werd wild, ruw, wreedaardig. Goedele vreesde dat hij haar bemerken zou. Hij bleef rondkijken, en trok geweldig zijn asem op langs zijn neuze, alsof hij een ongewonen reuk opsnoof en weten wilde.... Hij tort naar een der vensters en keek door een splete der luiken de donkerte in van den nacht. Hij zakte nadien ineen op den grond, lengde zich uit en sloot zijn oor aan tegen den vloer. Hij kroop seffens rechte en stond op een nieuw te staren en te luisteren. Dan blikte hij neerwaarts op het volle kistje en de volle klakke, en zijne armen gingen van weerskanten in liefderijke bewondering omhoog. --Al 't mijne.... Zijn lijf rilde en zijn beenderen konden niet stille staan. Het keerselicht klaterde in 't stralende goud en druppelde in 't geperel der juweelen. Hij trippelde errond, en 't was of hij dansen wilde en maar niet in kadense geraken kon. Zijne knieen kluppelden tegeneen aan en zijne hielen wendden en keerden zich waaiewijs omme. Hij was vier, vijf maal tewege neer te hurken en zijne handen reikten subiet naar die schitteringe daar--en dadelijk sloeg zijn rugge opwaarts en hij huppelde her en rond, lijk te voren.... Aldoor heviger schokten zijne schouders. Zijne blikken werden lijk staal zoo puntig, en zijn mond, neerplooiend, viel in stuipachtige snokjes scheef. Langs zijne slapen zijpelde een overdadig zweet, en zijne haren plekten toe in natte strengen, van weerskanten. En hij hakkelde schor: --Al ... al ... 't mij-ij ... ne ... a-a-al.... Tot hij tegen den schoorsteen aanstruikelde, zich koortsig aan 't marmeren schouwblad vastklampte, en langzaam neerviel, een thoopezinkende klodde gelijk. Hij zat een oogenblik te hijgen belook zijne wimpers, en zijn aangezicht, nu regelmatig en drifteloos, werd uitermatelijk bleek.... Met een ruk rok hij zijnen hals uit en staroogde, benauwd en verwilderd om zich heen. Maar fluks glimlachte hij en kroop over den vloer tot hij 't kistje en de klakke taken kon. Haastig dook hij weer alles weg, en schoof de plank over de heimelijke holte, binstdien nog zuchtend, alsof hij spijt had dat hij op een ende toch weg moest van hier. --Wel! wel! pruttelde hij binnensmonds, Ursule ... gij onnoozele.... Goedele ij
PREV.   NEXT  
|<   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82  
83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   >>   >|  



Top keywords:
klakke
 

Goedele

 

kistje

 
weerskanten
 

overdadig

 

zijpelde

 

stuipachtige

 

snokjes

 
scheef
 
plekten

slapen

 

strengen

 

zuchtend

 

hakkelde

 

huppelde

 

opwaarts

 

schitteringe

 

dadelijk

 

Aldoor

 
heviger

puntig
 

werden

 
blikken
 

schokten

 

schouders

 

pruttelde

 

neerplooiend

 
koortsig
 
zijnen
 

schoof


uitermatelijk
 

heimelijke

 

staroogde

 

benauwd

 

Ursule

 

Haastig

 

glimlachte

 

verwilderd

 

drifteloos

 

regelmatig


neerviel

 

langzaam

 

binstdien

 
binnensmonds
 

vastklampte

 

schouwblad

 

aanstruikelde

 

marmeren

 

onnoozele

 

thoopezinkende