FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109  
110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   >>   >|  
j vroeg een kopje koffie. Hij roerde met het lepeltje erin en volgde het luttel schuim, dat op de dampende vlakte ommeringde in diverse draaiingen. Naderhand vestigde hij al zijne aandacht op 't bedrijf van Goedele's armen, die haar hoed afnam en heur mantel weghing nevens de dresse. Hij zuchtte en vroeg: --Is dat een nieuwe hoed? Hij vond het zelf gek dat hij die vrage deed, en verzocht Goedele dat ze neerzitten zou. Hij zei: --Vertel me eens wat, zusje. Ik ben zoo in folterende spanning. Ik weet niet wat er buiten gebeurt. Och! ge kunt niet gissen, gij, hoe diepe een mensch lijden kan.... Het leed, Goedele, en heeft geen palen. --Alles komt weer goed. --Alles? Hij glimlachte droeve en hief zijn koffie tot dichtebij zijne lippen. Hij snoof den walmenden geur op en zette het kopje, met een tikje, weer op tafel neer. --Meent ge dat, Goedele? Ze verzekerde met haastigheid, om hem te troosten. Hij schudde stille zijn hoofd en zijne onderlip zakte rijzekens neerwaarts. Trage schoof hij zijne vingeren door zijn haar, en liet ze lui afsleren langs zijne ooren en zijnen hals. Hij lei ze nadien op de tafel en ging de bochtige aderen na, die blauw uitkrinkelden op het mat-bleeke vleesch. Het docht hem dat ze buiten hem waren en hij verwonderde zich dat de magere beentjes, als hij ze roerde al trommelend op het tafelberd, zoo zichtbaar waren. De zware stilte woog hier tallenkant. Hij kruiste meteen zijn beenen overeen, leunde achterwaarts over en na zijn opgeheven knie in beide handen, lijk iemand die eene gemakkelijke houding zoekt om te converseeren. Over zijn aangezicht kwam een spijtige oolijkheid en hij vroeg: --En thuis bij u, hoe draait daar de rommel? Hij hechtte schijnbaar geen belang aan zijne woorden, en hij wiegde zoetekens op zijnen stoel, bij maniere van spelen. Goedele wilde seffens een goede hoop in zijn hoofd brengen, en omdat zij zich herinnerde de hertelijke aandoening van moeder, zei ze: --Goed.... Ge weet wel wat ik beduid daarmee. Het huis is in ruste. Het staat daar zonder geruchten, in den grooten zwijgenden tuin. We leven te gare daarin. De deuren blijven dicht en geen lawaai van buiten dringt binnen. Geleidelijk geraakt in de stilte het geweldig verleden effen.... --Wat wilt dat zeggen? Effen? --De herinneringen zijn nu vaag geworden en men begint te merken dat er maar iets van overblijft ... wij, en dat we leven ... tastbaar nevens malkander staan.... --Leven ... leve
PREV.   NEXT  
|<   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109  
110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   >>   >|  



Top keywords:
Goedele
 

buiten

 

zijnen

 
nevens
 

stilte

 

koffie

 

roerde

 

rommel

 
spelen
 
seffens

hechtte

 

belang

 

woorden

 

schijnbaar

 

zoetekens

 

wiegde

 

maniere

 

houding

 

achterwaarts

 
opgeheven

handen
 

leunde

 
overeen
 

tallenkant

 

kruiste

 

beenen

 

meteen

 
iemand
 
spijtige
 

oolijkheid


aangezicht
 

gemakkelijke

 

converseeren

 

draait

 

zeggen

 

herinneringen

 

verleden

 

binnen

 

dringt

 

Geleidelijk


geraakt

 

geweldig

 

geworden

 
tastbaar
 

malkander

 

overblijft

 

begint

 

merken

 

lawaai

 

daarmee