oogst groeien, moest de mensch in
zijn onwetendheid denken dat al deze dingen goddelijke krachten, goden
waren; en hij aanbad ze om zoo de voordeelen te verkrijgen, die zij
konden geven. En die geleerden zeiden dat zoo alle godsdienst was
opgegroeid, dat hij steeds zijnen oorsprong vond in Fetisch-dienst of
animisme, en dat de godsdienst geen hoogeren grondslag had dan de
menschelijke onwetendheid. Deze bewijsgrond tegen de waarde van den
godsdienst heeft veel kwaad gesticht, want hij scheen te berusten op
feiten. Het was waar dat alle godsdiensten hetzelfde leeren, dat zij
alle dezelfde denkbeelden verkondigen, het was waar dat de groote
leeraars allen hetzelfde zeiden, de een na den ander. De feiten, welke
die geleerden aanhaalden, waren waar maar hun gevolgtrekkingen waren
verkeerd. In het eerst begrepen de menschen het onderscheid niet
tusschen deze beide dingen en dachten dat alle godsdiensten zouden
worden vernietigd door hun onderlinge overeenkomst.
Toen kwam de Theosofie. Zij beschouwde de gelijkheid der verschillende
godsdiensten van een ander standpunt en zeide: ja, het is waar dat de
leerstellingen van alle godsdiensten dezelfde zijn, dit is een feit dat
door niemand, die de geschiedenis heeft bestudeerd, kan worden ontkend.
Wij zullen als voorbeeld een van de heilige boeken der Chineezen nemen,
het "Klassieke Boek van de Reinheid," [Voetnoot: Ook in het
Nederlandsch vertaald, in het Maandblad "Theosophia". Deel 5 (1897) blz.
206.] een wonderbaar boekje van enkele bladzijden, vol wijsheid, vol
diepe geestelijke leering, dat ons verklaart hoe God zich in den mensch
geopenbaard heeft, hoe de aard des menschen drievoudig is als die van
God, hoe des menschen geest dezelfde is als de goddelijke geest, hoe
echter het menschelijk verstand troebel is door begeerten, die tusschen
zijn verstand en de zuiverheid van den goddelijken geest in hem staan,
hoe de hartstochten van zijn lichaam zijn vooruitgang tegenhouden, en
hoe slechts wanneer zijn lichaam en zijn verstand tot stilte zijn
gekomen, de wijsheid van den goddelijken geest kan nederdalen in den
mensch. De leeringen van dit kleine Chineesche boekje, een der oudste
geschriften die wij kennen, is even zuiver, geestelijk en waar als het
beste wat wij bezitten.
Van de Chineezen overgaande tot de Indiers vinden wij bij hen dezelfde
leeringen en wanneer wij in Egypte de mummies opgraven en de banden
loswikkelen waarin zij 10 a 20.000 jaar geleden werden gehuld, vind
|