zuiver is kan hij naast de
menschen staan in hun zonde, daar hij zich zijn geheele verleden
herinnert kan hij medevoelen met den slechtste. Alleen de Christus kan
de vriend zijn van den laagste, want daar hij zelf tot zonde niet meer
in staat is kan hij met den zondaar in de nauwste aanraking zijn zonder
gevaar voor zijn eigen reinheid. Alleen de Christus kan den zondaar
werkelijke hulp brengen, want slechts hij kan gevoelen, wat die zondaar
gevoelt, en door de vereeniging van zijn bewustzijn die hulp brengen,
welke noodig is. De mensch die geheel buiten den zondaar staat kan hem
niet werkelijk helpen. Slechts hij die zijn bewustzijn kan vereenigen
met dat van den zondaar kan geven wat noodig is. Daarom wordt zulk een
mensch terecht een Heiland der wereld genoemd.
Na al deze inwijdingen komt de mystieke kruisiging. De Arhat offert zich
geheel en al op voor het welzijn der wereld. Hij geeft al wat hij bezit
opdat het der menschheid ten goede moge komen. Hij verzaakt alle
afgescheiden leven, opdat zijn leven het leven der menschen zijn moge.
Hij neemt niets voor zichzelf opdat de menschheid alles moge ontvangen,
en deze laatste daad van opoffering wordt de "kruisiging" genoemd. Door
dien dood van het lagere rijst de ingewijde tot het goddelijk leven. Hij
wordt een met den Vader, hij stijgt boven het leven der wereld. Om de
Theosofische uitdrukking te gebruiken: Buddhi gaat op in Atma; de Arhat
wordt daardoor een Meester. In de Christelijke spreekwijze zegt men: de
Zoon wordt een met den Vader en, in den hemel opgestegen, zit hij aan de
rechterhand Gods. Dit "zitten aan de rechterhand Gods" is een
zinnebeeldige uitdrukking, welke beteekent dat hij de goddelijke
krachten bezit. Hij is in staat om een werktuig te zijn van de godheid
voor de ontwikkeling der menschheid en iedere Zoon, die de eenheid met
den Vader bereikt heeft wordt een van de krachten die de wereld vooruit
helpen, zoodat door zijn ontwikkeling die der geheele menschheid wordt
bevorderd.
Aldus luidt het verhaal van den Christus, beschouwd als de geschiedenis
van den geest in den mensch. Het is het verhaal der inwijdingen, die in
de vroegere kerk bekend waren onder den naam: "de mysterien van Jezus."
Aan de oningewijden werd het gegeven in den vorm van de geschiedenis van
den Christus. Dit verhaal van de inwijding der menschelijke ziel werd
samengeweven met de geschiedenis van het leven van Jezus, en verloor
zijn verheffende kracht omdat men het toepaste op
|