allen tot eeuwig verderf.
Er is nog een gezegde van Jezus, dat moeilijk is te begrijpen: "Weest
dan gijlieden volmaakt, gelijk uw Vader die in de hemelen is volmaakt
is." [Voetnoot: Mattheues 5,48.] Dat is weer een bevel dat door de meeste
menschen wordt weggeredeneerd, omdat zij gevoelen dat de vervulling
onmogelijk is voor zondige menschen, voor mannen en vrouwen vol
zwakheden en dwaasheden, alledaagsch en wereldsch, bekrompen in hun
opvattingen, overgegeven aan de genoegens der wereld. Hoe zouden zij
volmaakt kunnen worden gelijk God in den hemel volmaakt is? Bracht Jezus
dan zijn leerlingen op een dwaalspoor, toen hij hun een bevel gaf dat
zij onmogelijk uitvoeren konden? Kon hij, die de waarheid Gods zelf was,
een gebod geven dat niet kon worden opgevolgd? Neen! Het is voor den
mensch mogelijk, volmaakt te worden gelijk God volmaakt is, niet in een
kort leven, niet in twintig of veertig of honderd jaar, niet in het eene
korte tijdperk tusschen de wieg en het graf, tusschen geboorte en dood.
Dit is slechts een stap naar een volmaking als die van God. Maar leven
volgt op leven, groei volgt op groei. Ieder volgend leven kan dichter
bij de volmaking worden gebracht, ieder volgend leven zamelt den oogst
van het voorgaande in. Met steeds vermeerderende kracht, met steeds
toenemenden groei stijgen de menschen tot de volmaking, in de
voetstappen van den Heiland. In de lange eeuwen die voor ons zich
uitstrekken zal de goddelijke volmaking worden bereikt.
Laten wij van deze op zich zelf staande teksten afstappen en een
leerstuk der Christelijke kerk beschouwen dat voor velen moeilijk te
gelooven is, en dat dikwijls wordt aangevallen: de leer der drieeenheid.
God een eenheid en toch drievoudig, drie personen en toch een God. Velen
hebben zich over dit leerstuk verbaasd en zijn ten laatste tot de
overtuiging gekomen, dat zij dit niet konden begrijpen, dat blind geloof
moet aannemen wat het verstand niet begrijpen kan. Maar in de
esoterische leering der mysterien werd de leer der drieeenheid
begrijpelijk gemaakt, werd zij een verheffende en helpende kracht. Deze
geheele leering kan niet openbaar worden gemaakt, maar een deel ervan
kan hier worden besproken; en dit kan eenig licht werpen op ons
onderwerp. In iederen godsdienst wordt de drieeenheid geleerd: de Vader,
die het aanzicht van Macht, van Zelf-Bestaan voorstelt, en uit den Vader
de Zoon en de Geest. De Vader is de oorsprong, de bron van al wat is.
God komt in zijn aa
|