komen met groote geestelijke
verstandswezens en met de Meesters, hoe de ziel wijsheid verkrijgen kan
en kennis opdoen uit de eerste hand; en hoe aldus de mensch kan komen
tot weten in plaats van gelooven. Toen zij dit alles leerde, gaf zij ons
slechts weer wat reeds zoo dikwijls geleerd was in de groote
godsdiensten van het verleden. Daarna nam zij den wetenschappelijken
kant en leerde ons meer dan de mannen van de wetenschap van dien tijd
wisten, en zeide zij ons welke ontdekkingen waarschijnlijk binnen
weinige jaren zouden worden gedaan; en vele van deze ontdekkingen zijn
inderdaad gedaan sedert haren dood. En zij gaf ons onderricht omtrent de
eene grondstof, die alle verschillende stoffen tot haar uiterlijke
verschijningsvormen heeft. In haar werk "De geheime Leer" sprak zij van
een eigenschap der stof, welke weldra ontdekt zou worden, welke zij
doordringbaarheid noemde, en welke in verband staat met helderziendheid.
Vijf jaar na haren dood ontdekte de wetenschap dat er stralen zijn,
trillingen in de stof, welke in verband staan met helderziendheid en
welke de mcnschen in staat stellen te zien wat de helderziende kan zien
zonder werktuigen en hulpmiddelen: namelijk de zoogenaamde
Roentgen-stralen, waarmede de geneesheeren bijvoorbeeld een been, als zij
willen onderzoeken of het beschadigd is, kunnen fotografeeren ofschoon
het voor het gewone oog onzichtbaar is. Dit alles, leerde H.P.B., is ook
mogelijk zonder behulp van elektrische werktuigen. De mensch kan in
zichzelf het vermogen ontwikkelen, gevoelig te zijn voor de trillingen
van Roentgen-stralen en zelf binnen in het menschelijk lichaam te zien
zonder hulp van eenig werktuig. Dit alles en veel meer nog aangaande de
kennis van straling, van geluid en kleur leerde zij ons. Zij heeft ons
bewezen dat de oude wijsheid beter licht kan werpen op de waarheden der
nieuwere wetenschap, dan die wetenschap zelf kan doen, en dat deze
laatste eerst langzamerhand datgene ontdekt wat door ben die het oude
weten bezaten, reeds lang geleden geleerd werd aan degenen die zich het
ontvangen van dit onderricht waardig betoonden. Zoo bracht H.P.
Blavatsky ons dit weten terug als iets ouds, dat de wereld vergeten had,
en zij zeide haren leerlingen dat zij dit weten verder moesten
verspreiden, niet als iets nieuws maar als iets ouds, niet als een
nieuwe ontdekking maar als overoud weten, door de menschen vergeten, en
thans tot hunne herinnering teruggebracht. En naarmate wij zelven
leer
|