gen _on their right places_ heb gezet, om de
oneetbaarheid van de broodjes te betoogen, waarop de maatschappy zich
maagbedervend het gebit slee kauwt.
Ik hoop lezers te treffen die me hier verwyten dat ik onrechtvaardig
ben. 't Zou me aangenaam zyn aanleiding te vinden tot dupliek op de
beschuldiging:
--Ge kunt niet waar zyn, dat ge allen over een kam scheert.
De opmerking is onjuist, maar welgemeend. Wie naar waarheid zoekt, mag
en moet zoo spreken. Welnu, ik veroordeel niet allen. Ik sprak ditmaal
niet van personen. M'n uitval geldt noch rechter, noch pruikenmaker,
noch jurist, noch minister, noch preeker, noch dierenbeschermster,
noch sokjesbreister, noch _Schlachtenbummler_, noch zelfs die onzalige
broodbakkers ... in een woord: niemand _persoonlyk_.
Ik maakte me driftig tegen de domme afgodery met het _begrip_:
specialiteit, in 't algemeen. Dat is het onkruidje ...
We zullen te-zamen voortwieden in 'n volgend hoofdstuk. En dan geen
woord meer over bakkers.
IV.
Een vertelling.
--'t Wordt tyd dat onze FRITS 'n beroep kiest, zei m'nheer Van ... 't
EEN-OF-ANDER tot z'n echtgenoot. Om 't geld is 't ons goddank niet te
doen, maar toch ...
En m'nheer Van ... 't EEN-OF-ANDER streelde z'n buik.
In deze hartelykheid jegens zichzelf, lag iets als bevestiging van z'n
innige overtuiging dat het hem goddank om 't geld niet te doen was, en
tevens 'n voorspellende bezwering dat het ook z'n veelgeliefden FRITS
goddank nooit zou te-doen zyn om 't geld. Mevrouw van 'T EEN-OF-ANDER
was het--zonder de minste indecentie in gebaren, dit moet ik tot haar
eer verzekeren--volkomen met m'nheer haar gemaal eens. FRITS zou 'n
beroep kiezen. Want:
--Een mens moet toch _iets_ wezen in de wereld.
--Zoo had m'nheer VAN 'T EEN-OF-ANDER gezegd.
Het is den lezer bekend hoe geleidelyk ik gewoon ben m'n vertellingen
af te vertellen. Nooit 'n zysprong. Nooit 'n byweg. Nooit 'n uitweiding.
Zie eens dien CERVANTES in z'n _Don Quichot_ ... 'n boek dat ik liever
zou wenschen geschreven hebben dan den _Faust_! Ik, in m'n hoedanigheid
van schryf _specialiteit_--ik moet toch "iets" zijn, niet waar?--ik
verzeker u, lezer, met verwyzing naar m'n IDEE 30, dat de _Don Quichot_
meer _ziel_ gekost heeft dan GOeTHE ooit bezat. Wat hy gespleten, en
gebersten moet geweest zyn, de vertrapte graankorl CERVANTES, om dat boek
te schryven, een der treurigste gedenkstukken van wat 'n mens lyden kan!
Dit wist ge niet, lezer! Ge meende
|