en, ik ben genie-
officier, architekt, artist, arbeidsman, pruikenmaker ...
Heel wel. Ge zyt er niet minder om. Maar verschuil u niet achter die
specialiteit, om by voorkomende gelegenheid niet te weten wat _Recht_
is.
--Ik ben jurist, verzekert 'n ander. Ik slaap, leef en sterf met
_codices_ en de H. Boeken van 't _corpus juris, nec non_ met 'n beetje
toevoegsel van hedendaagsche parlementery.
Best, opperbest! Maar meen niet dat die specialiteit u vrystelt van
eerbied voor gezond verstand.
--Ik "ben" _in_ koffi, reedery, assurantie. Ik "doe" in vetwaren,
kurken, vleeschextrakt, oesters, eau-de-cologne ...
"Wees" en blyf in augurken, als ge verkiest. Maar eilieve, _gedraag_ u
niet, alsof gyzelf 'n komkommer waart, wanneer er gesproken wordt van
andere dingen dan "waarin ge zyt." "Doe" in wat ge wilt, maar toon dat
ge ook iets _doen_ kunt, als het te pas komt. Koop en verkoop oesters
... goed! Maar kruip niet zelf in 'n schulp, zoodra er behoefte is aan
eigenschappen die uw broodwinning niet raken. Dat opgaan in de
specialiteit van 'n vak, van een vak, is dom schandelijk en nadeelig.
Een is dikwijls geen, in dit geval.
--Dit alles belet niet dat de man die levenslang brood bakte,
waarschynlyk beter brood leveren zal dan iemand die nooit
gebakken heeft.
Ja en neen. Gewoonte maakt wel handig, maar niet altyd bekwaam. Er kan
bovendien verschil van gevoelen bestaan over de vraag welk brood
_goed_ is? Wat de een goed noemt, kan den ander middelmatig of slecht
voorkomen. Meen niet dat deze opmerking ...
O, bitter wreed vermoeden dat ik me hier op den hals haal! Zullen niet
sommigen meenen dat deze bedenking 'n advokatige scheenworp is, een
pleiterig vulsel dat by elke gelegenheid heel oppassend kan worden
te-pas gebracht, 'n ... _scie_? 't Woord is er uit.
Neen, ik moet en ik wil werkelyk zeggen dat het oordeel over de
deugdelykheid van brood zeer verschillend is. Naar _mijn_
meening--waarin ik by-uitzondering 1497 millioen min een,
smaakverwanten heb--is 't Hollandsche brood over 't algemeen _zeer
slecht_, en wel geproefd: _geen_ brood. Op weinig uitzonderingen na,
komt het iemand die geen byzonderen eerbied voelt voor de
levenslankheid der bakkers, waarop gy u beroept, oneetbaar voor. De
Franschen die men 't voorzet, noemen het, als ze zich beleefd willen
aanstellen, _gateau_, en vragen wat anders. Ook ik vraag wat anders,
en noem het, onbeleefd, half-gaargebakken watten met kryt, koper,
aluin, geile me
|