taan, en de stoet blijft geruimen tijd
steken. Reeds willen de burgers van Saint Denis zich met de taak
belasten, toen de grand ecuyer uit eigen zak den henouars betaling
belooft, waarop de tocht kan worden voortgezet, om eerst tegen acht uur
's avonds in de kerk aan te komen. Terstond na de teraardebestelling
volgt nog een nieuwe twist tusschen den koninklijken grand ecuyer zelf
en de monniken over het staatsiekleed. [115] Dergelijke tumulten om het
bezit van de utensilien eener plechtigheid behoorden er zelfs
eenigermate bij; de verstoring van den vorm was zelf vorm geworden.
[116]
De algemeene openbaarheid, die, immers ook nog in de zeventiende eeuw,
bij alle belangrijke gebeurtenissen in het koninklijk leven
voorgeschreven was, maakte, dat juist bij de grootste plechtigheden
dikwijls elke orde ontbrak. Bij het kroningsmaal van 1380 is het gedrang
van toeschouwers, deelnemers en dienenden zoo groot, dat de daartoe
aangewezen dienaren der kroon, de connetable en de maarschalk de
Sancerre, te paard de gerechten opdienen. [117] Wanneer Hendrik VI van
Engeland in 1431 te Parijs als koning van Frankrijk is gekroond, dringt
het volk reeds in den vroegen morgen de groote zaal van het paleis
binnen, waar het kroningsmaal gehouden zal worden, om er te kijken,
te grissen en te schransen. De heeren van het Parlement, van de
Universiteit, de prevot des marchands en de schepenen kunnen nauwelijks
door het gedrang de eetzaal bereiken, en eenmaal daar, vinden zij de
voor hen bestemde tafels ingenomen door allerlei handwerkslieden. Men
tracht dezen te verwijderen, "mais quant on en faisoit lever ung ou
deux, il s'en asseoit VI ou VIII d'autre coste". [118]--Bij de
koningswijding van Lodewijk XI in 1461 heeft men de voorzorg genomen,
de ingangen van de kathedraal van Reims tijdig te sluiten en te bewaken,
zoodat er niet meer menschen in de kerk zijn, dan het koor gemakkelijk
kon bevatten. Dezen evenwel dringen zoodanig op rondom het hoogaltaar,
waar de zalving plaats heeft, dat de prelaten zelf, die den
aartsbisschop ter zijde stonden, nauwelijks plaats hadden om zich te
bewegen, en de prinsen van den bloede op hun eerezetels geducht in
verdrukking komen. [119]
De kerk van Parijs verdroeg het noode, dat zij nog altijd (tot 1622)
suffragaan was van het aartsbisdom Sens. Men laat het den metropoliet op
alle wijzen merken, dat men van zijn gezag niet gediend is, en beroept
zich op de exemptie door den paus. Op 2 Februari 1492 heeft
|