n voortdurenden
achteruitgang van hun ras. Onophoudelijk vervolgd en gekweld door
andere wilde stammen, die hun meerderen zijn, kunnen de Negritos ter
nauwernood eenige bananen en andere planten kweeken, en zijn zij voor
hun levensonderhoud in de eerste plaats afhankelijk van de jacht;
maar door hunne onhandigheid en onbeholpenheid is dit een hoogst
onzeker middel van bestaan. De Negritos van de provincie Bataan zijn
in dat opzicht bevoorrecht boven velen van hun stamgenooten. Zij leven
in vrede, zonder door iemand bemoeilijkt te worden; wij hebben dan
ook alle gelegenheid om ons geheel op de hoogte te stellen van hunne
levenswijze en gebruiken, te meer daar zij hieromtrent volstrekt niet
achterhoudend zijn.
Het opperhoofd is natuurlijk tevens de hoogste rechter: hij doet
uitspraak in alle geschillen en vonnist over alle misdrijven. Zijn
er grijsaards in den stam, dan is hij verplicht, ook hun raad in te
winnen. Zij kennen maar eene straf, de doodstraf, die niet alleen
op moord, maar ook op diefstal en overspel en bijna alle andere
misdrijven staat. Echter komen, uit den aard der zaak, zulke gevallen
zeldzaam voor. Het gedrag van de jonge meisjes laat doorgaans niets
te wenschen over: het minste vermoeden van het tegendeel zou haar alle
kans doen verliezen om een echtgenoot te vinden. De Negrito koopt zijne
vrouw niet, zoo als men verwachten zou dat het geval was; hij geeft
slechts een klein geschenk aan zijn aanstaanden schoonvader, die in
ruil daarvoor, bij wijze van uitzet, aan zijne dochter eenige dingen
ten geschenke geeft, welke haar persoonlijk eigendom blijven. Het
huwelijk gaat met groote feestelijkheden gepaard; de bruid en de
bruidegom moeten in twee dicht bij elkaar staande, zeer buigzame
jonge boomen klimmen; het opperhoofd buigt die boomen tot elkander,
en wanneer de voorhoofden der jonge lieden elkander hebben aangeraakt,
is het huwelijk voltrokken.
De eigendom is behoorlijk geregeld. De akker is het eigendom van
dengeen, die den grond heeft ontgonnen, en van zijne erfgenamen. Als
bij den dood van het hoofd des gezins de moeder nog leeft, wordt de
nalatenschap in twee gelijke deelen verdeeld: de eene helft komt aan
de moeder toe, de andere aan de kinderen, die hun portie onderling
deelen. De liefde der ouders voor hunne kinderen is zeer groot, en de
kinderen betoonen hun ouders den verschuldigden eerbied. Uit de zorg,
die men voor de graven draagt, blijkt dat de wederkeerige genegenheid
niet met den
|